Wajakheel Shekalim 2024

Deze Shabbat hebben we weer een dubbele sidra gelezen. Wajakheel Shekaliem……vrij vertaald hij verzamelde geld. Shekaliem heeft te maken met de halve shekel belasting die men moest betalen om aan de volkstelling te kunnen meedoen.
 
Parasha Wajakheel beschrijft hoe de Joden geld, arbeid en energie in de bouw van het misjkan (het tabernakel) investeerden. Het Misjkan was G’ds huis op aarde en zijn middel voor de communicatie met het Joodse volk. Iedereen deed mee op zijn unieke manier om het huis van G’d op aarde gereed te krijgen. De timmerman timmerde, de schilder verfde, de stukadoor stukadoorde. Ze assembleerden een echt mooi bouwwerk met elegant meubilair. Maar het was leeg. Het voelde nog niet als het huis van God. En toch, er stond een mooi bouwwerk en er was zelfs meubilair…..waarom voelde het dan toch leeg? Ik denk dat iedereen zich daarbij wel iets kan indenken. Je hebt zelf een nieuw huis en de verhuizing is geweest, je zit ’s avonds op de bank in je nieuwe huis en toch voelt het nog niet als thuis. Dat gevoel……..Er zit nog geen nesjomme in.
Als je de opdracht krijgt om een huis van samenkomst te creëren dan is dat natuurlijk wel het uiteindelijke doel. En huis waar leven in zit, waar een ziel in zit. Waar nesjomme in zit.
 
Voor ons joden is het namelijk enorm belangrijk om die nesjomme te hebben. Ik denk zelfs dat dit een van de belangrijkste oorzaken is dat joden elkaar opzoeken, begrijpen, de samenhang met elkaar voelen. En natuurlijk sluiten we in de omgang niemand anders uit maar als 2 joden elkaar ontmoeten is er een  bepaalde cohesie. We hebben veelal dezelfde humor, voelen dezelfde afkeer van bepaalde zaken en voelen dezelfde liefde en begrip naar elkaar toe.
 
Vandaag staat voor mij in het teken van cijfers en in het bijzonder het cijfer 65. In tijd van leven genomen betekent dit iets over de helft. Een heel bijzondere leeftijd overigens. Er zijn een drietal leeftijden waar in de wetgeving bijzondere aandacht aan besteed worden. 18, 21 en 65. Vanaf je 18de krijg je het stemrecht, vanaf je 21ste ben je wettelijk meerderjarig maar, en dat heb ik even nagezocht, er zijn 515 wetsartikelen in Nederland die te maken hebben met het bereiken van de 65 jaargrens. 515……… Wees niet bang: ik ga hier niet alle wetsartikelen opnoemen maar ze variëren van arbeid tot wonen, van sociale zekerheid tot verkeer, van vervoer tot zorg en, niet in de laatste plaats, over bepaalde 65+ kortingen.
Het is dus echt een bijzondere leeftijd.
Maar het is niet zo dat je je ouder voelt dan de dag daarvoor. Alleen maar in cijfers. En alleen een cijfermatige benadering geeft het verschil aan tussen 64 en 65 en dat op zich zegt helemaal niets.
Ik heb sommige mensen zelfs horen vertellen dat het bereiken van de 65 jaargrens hen zelfs een nieuw elan gaf om juist nieuwe dingen te gaan doen. Het was vroeger ook de pensioengrens. En pensioen betekent niet achter de geraniums gaan zitten of op je lauweren gaan rusten. Max, namens het bestuur wens ik jou en de hele misjpoche van harte mazzeltov met jouw 65ste verjaardag.
 
En dan is er uiteraard nog een felicitatie. Alhoewel maar 1 keer in de 4 jaar echt jarig is Lidio ook dit jaar weer een jaartje ouder geworden. Lidio, ook voor jou en de hele misjpoche van harte mazeltov met jouw 60ste verjaardag.
 
En dan wil ik tot slot toch nog heel even terug naar Wajakheel. Over de bouw van de Misjkan. De heilige plaats van samenkomst. Eigenlijk de voorloper van wat wij nu Sjoel noemen. Een huis waar het onze opdracht is om iedereen zich thuis te laten voelen. Een huis met respect voor iedereen. Een huis met nesjomme.
 
En dat is dus eigenlijk de boodschap van Wajakheel. Mosje roept het volk tezamen en brengt deze boodschap aan het volk over. G’d zal zijn deel doen en geeft onze de instrumenten. Maar de uitvoering van zijn plan dat is de verantwoording van de mens. Onze opdracht dus. Laten we met zijn allen blijven werken om die opdracht te vervullen. De nesjomme hoeven we niet meer te zoeken
………die hebben we nou eenmaal.
 
Shabbat Shalom.
 
Alex Waterman.
9 maart 2024 / 29 Adar 5784

Tetsawee Bat Mitswah Louisa

Vandaag hebben we het gedeelte uit de Thora gelezen dat Tetsawee heet. Beveel.  
 
Tetsawee is overigens het enige gedeelte in Exodus (Sjemot) waarin de naam van Mosjee (Mozes) niet is genoemd. Centraal in het gedeelte van vandaag staat namelijk zijn broer Aharon; diens schitterende uitdossing en het ritueel van zijn inwijding tot hogepriester staan tot in detail beschreven. Dit is bij uitstek een gedeelte in de Thorah waarbij iemand in het zonnetje gezet wordt. In dit geval was het Aharon die in het zonnetje gezet werd. En daarvoor werden hem mooie kleren aangetrokken omdat toen (en nu ook nog wel eigenlijk) de kleding die iemand aan heeft ook een klein beetje zijn status verraadt. Het spreekwoord luidt niet voor niets kleren maken de man.
 
Maar vandaag staat niet alleen in Tetsawee iemand in het zonnetje. Vandaag, op deze speciale Shabbat, staat ook een ander in het zonnetje.
 
Dat de tijd erg hard gaat dat weten we. Het was tijdens de sjoeldienst van 17 maart 2012 dat we de naamgeving (Brit Habat) vierden van Ilana bat Tamar. Van Louisa. Een klein wuppie van een maand oud………En nu 12 jaar later hier op dezelfde plek vieren we haar Bat Mitswah. Voor mij natuurlijk ook extra speciaal omdat ik hier voor haar sta. Onze oudste kleindochter. Het vervult mij met trots. Trots om te zien hoe onze kleindochter steeds meer uitgroeit tot een persoon met een mening, die langzaam aan begint te weten wat ze wil. Langzaam natuurlijk omdat er nog vele jaren te gaan zijn voordat je echt kan gaan invullen wat je graag zou willen. Nu zijn het nog dromen, wensen en gedachtes. Binnen het Jodendom is dit de dag dat je als vrouw verbonden bent met het Joodse volk. Als vrouw dus en niet als meisje.
 
Betekent de Bat Mitswah dan dat je geen kind meer mag zijn? Nee natuurlijk niet. Als je kind bent dan ben je vooral bezig met het verkennen van de grenzen. Je weet als kind natuurlijk niet waar die liggen. Het is aan de ouders, familie maar ook door de juffen en meesters om die grenzen aan te geven. In sjoel is het heel gebruikelijk dat kinderen nog een beetje grenzeloos zijn. Dat ze mogen spelen,  mogen praten, mogen rondlopen en rennen. Wat wij allemaal hopen is dat die kinderen namelijk spelenderwijs vertrouwd raken met Sjoel en de gebruiken en dus ook spelenderwijs leren. Louisa beloof me, blijf altijd het kind in je terugvinden. Dan kan je ook altijd blijven leren.
 
Je bent nu bezig je rugzak te vullen. En geloof me…….dat proces is nooit afgelopen. Tijdens je hele leven doe je ervaringen op die allemaal opgeteld worden, op alle gebieden. Of het nu over sport gaat, over leren, over relaties, materiële zaken……..over van alles. En als volwassenen kampen we soms met heel wat problemen omdat dat rugzakje even wat te vol zit en er iets uit moet als je begrijpt wat ik bedoel. En dat kan gaan over  minder goede relaties, tegenslagen in je carrière, financiële problemen, enz… noem maar op. Probeer dan weer eens naar boven te halen hoe het leven was toen je nog kind was. Zorgeloos, impulsief, zonder angst, goed beschermd  en vol met liefde…………….
 
Blijf die liefde geven en ik weet zeker dat jij ook veel liefde zult blijven ontvangen. Vergeef mensen die een fout maken. Dat maakt dat de mensen jou ook vergeven bij het maken van een fout. Want fouten maken mag. Zolang je er maar van leert. Wij, als volwassenen, en met name Papa en Mama en verdere familie, zijn er die jou weer oprapen als je valt. Maar val dan alsjeblieft niet steeds op hetzelfde plekje. Op een gegeven moment kan dat plekje niet meer goed helen en zal het altijd een litteken blijven.
 
Ik wil nu graag de zegeningen uitspreken. Dat doe ik in het hebreeuws. Ik zal vragen of G’d je wil behoeden en of hij je wil zegenen. Dat hij je altijd genadig zal zijn en in het vizier wil houden en dat hij vrede voor je wil stichten.
 
Eloheinoe we-Elohei awoteinoe   we–iemoteinoe, mekor kol ha berachot
Be-leev mallee toda, anachnoe omdiem lefaneicha be-Sjabbat hazot
Ka-asjer biteinoe higgia lamitswot.
Ha-Makom jewarech otta, we-jisjmereiha tamied.
Baroech atta Adonai, Eloheinoe melech ha-olam
Sje-natan lanoe et ha- zechoet lechaneech et biteinoe lamitswot oe-le-talmoed Tora

De priesterzegen:
 
Jesimech Elohiem ke Sara, Rivka, Rachel we-Lea
Jewarechecha Adonai we-jisjmerecha
Ja-eer Adonai panav elecha wi-choenekka
Jissa Adonai panav elecha – we-jassem lecha sjalom
 
Ameen
Ik wens jullie allemaal Shabbat Shalom
 
Alex Waterman
24 februari 20 / 15 Adar 5784

Derasha Louisa

Beste allemaal,
 
Dit is best wel spannend. Niet alleen omdat ik in Sjoel ben, want dat ben ik wel vaker geweest, maar omdat ik iets moet zeggen terwijl iedereen naar mij kijkt. Deze maand werd ik 12 jaar. Alle meisjes om mij heen die 12 jaar worden die vieren hun verjaardag en dat is dat. Maar bij mij is dat anders. Ik ben Joods en daarom is 12 jaar worden voor een meisje heel bijzonder. Dat is een mijlpaal in haar leven. Dan word je Bat Mitswah. Dat betekent letterlijk dochter van het gebod. En met het gebod wordt eigenlijk een totaal aan Joodse wetten bedoeld. Dus dan kan je zeggen dat je dochter van de wet wordt. Ofwel wettelijk meerderjarig. Maar, heeft mijn opa gezegd, dat betekent niet dat ik mag opblijven tot hoe laat ik wil of dat ik mag doen wat ik wil. Het betekent wel dat je binnen de Joodse gemeenschap mee telt als vrouw en niet meer als meisje.
 
Met name voor een Joods meisje dat 12 jaar wordt, voel ik een band met het Joods zijn. Joods zijn kun je niet ontkennen. Dat ben je omdat je moeder Joods is. Die erfenis heb ik dus ook.
 
Het is ook een dag dat je bewust bent van wat het betekent om Joods te zijn. Helemaal vandaag de dag wordt je wel eens met de neus op de feiten gedrukt. Je  hoeft zelfs niet Joods te zijn om dat te zien. Anderen zien je anders maar ik zie dat zelf niet. Het gaat er tenslotte om dat je een goed mens bent. En ik zal beloven dat ik veel zal gaan leren de komende tijd om dat goede mens te worden. Met de liefde die ik krijg van papa en mama en de oma’s en opa’s en de verdere familie weet ik ook zeker dat dat gaat lukken. Ik ga daar in ieder geval heel erg mijn best voor doen.
 
En de joodse traditie speelt daar ook zeker een rol in. Ik was daar al mee begonnen maar ik weet nu dat het heel belangrijk is om de geschiedenis ook te kennen. Zonder geschiedenis is er ook geen toekomst. Het moet een plekje krijgen in je eigen rugzakje.
 
Tot slot wil ik graag iedereen bedanken die deze dag voor mij mogelijk hebben gemaakt. Mama en papa, oma’s en opa’s en ook Masorti dat ze hebben willen helpen om deze dag mogelijk te maken. Dikke kus.
 
Sjabbat Sjalom.

Misjpatiem 2024 en Brit Habat Noya

Vandaag hebben wij gelezen uit Mishpatiem. Deze parasha wordt ook wel ‘het boek van het verbond’ genoemd. Immers het grootste deel van de parasha bestaat uit allerlei belangrijke regels. Van regels omtrent moord tot regels omtrent diefstal en van regels omtrent verleiden van maagden tot regels omtrent heilige dagen en Sjabbat. En natuurlijk, al deze regels heb je nodig om een verbond met elkaar te kunnen vormen.
 
Maar waar bestaat een verbond eigenlijk uit? Ik denk dat dat de centrale vraag is die hier gesteld moet worden. Een verbond bestaat namelijk altijd uit mensen. Je kunt nog zoveel regels hebben maar als je geen mensen hebt die zich aan die regels kunnen houden heb je nog steeds geen verbond. In het Jodendom zijn er een paar momenten om de connectie met het verbond te bezegelen. Bij een jongetje die geboren wordt zijn de Brith Millah en als ie 13 jaar wordt de Bar Mitswah bij uitstek momenten om dat verbond te bekrachtigen. Bij een meisje is dat bijvoorbeeld de Bat Miswah. Maar het allereerste moment bij een meisje om haar deelname aan het verbond te bekrachtigen is de Brit Habat. De naamgeving    En daarom zijn we zeer verheugd dat we vandaag weer nieuwe aanvulling op het verbond te mogen begroeten. Noya Ruth bat Yehuda ha Cohen we bat Michal, Dochter van Yehuda en Joyce. Zeer gewaardeerde leden van onze kehilla
 
Het gebeurt 250 keer per minuut, bijna 15.000 keer per uur. Maar hoe vaak een geboorte ook plaatsvindt, het blijft een wonder. Een wonder dat volledig vrij van zonde wordt geboren. Puur. En de belangrijkste factor in dit wonder is de vrouw. Volgens de Thora bepaalt de vrouw de spirituele identiteit van haar kind. De vrouw lijkt volgens onze traditie als schepper meer op G´d dan de man. Vandaar dat binnen het Jodendom de vrouw zo´n voorname rol heeft. Anders dan anderen willen doen laten geloven. Maar vrouwen moeten apart zitten in de synagoge….horen we, of, maar vrouwen mogen niet meedelen in de mitzwot tijdens de Sjoeldienst…..horen we, of, Maar vrouwen mogen niet voor de Thora verschijnen….horen we. Allemaal waar. Maar da´s nou juist een onderdeel van onze traditie. Het is zeker niet omdat de vrouwen minderwaardig zijn. En de traditie is nu precies waar het jodendom op is gebouwd. Het hele spectrum van alle regels, plichten en rechten. En volgens diezelfde traditie en overlevering is Noya een joods meisje dat uit zal groeien tot een mooie joodse vrouw, baruch hasjem. En net als vele anderen is zij ook geschapen om te scheppen. Want dat is namelijk ons doel in het leven. In ieder geval zal zij kunnen opgroeien in heel veel liefde. Gelukkig kan deze generatie weer op kunnen groeien met veel opa´s en oma´s, tante´s en ooms.  
En zijn wij allen niet kinderen G’ds? Zijn wij niet allen gelijk geschapen? En hebben wij niet allemaal recht op dezelfde liefde, verzorging en veiligheid?
We weten allemaal dat er in een bepaald deel van onze wereld een enorm voedseltekort is. We weten allemaal dat een bepaald deel van onze wereld telkens weer geteisterd wordt door natuur rampen. We weten allemaal dat een bepaald deel van onze wereld verscheurd blijft worden door oorlogen en geweld. We weten allemaal dat de miljarden mensen die onze aarde bewonen niet allemaal dezelfde kansen krijgen. Maar in al die delen van de wereld, in al het geweld, in al die honger, bij al die natuur rampen blijft de liefde tussen ouders en hun kinderen onvoorwaardelijk. Voor de kinderen is die liefde de veilige haven. Ze hebben altijd iemand waar ze op terug kunnen vallen. En iedereen neemt dat stokje een keer over. En het is onze plicht en onze taak om er voor te zorgen dat onze wereld ook voor onze kinderen en kleinkinderen die veilige haven blijft. Zodat zij later, als wij hen ontvallen zijn, er ook voor kunnen zorgen dat die veilige haven vol liefde er voor hun kinderen en kleinkinderen ook is.
Ik spreek de hoop en de wens uit dat Noya zal mogen opgroeien zonder oorlogen, rampen en verdriet. Dat zij mag opgroeien in liefde en in voorspoed in die veilige haven.
Tot slot zou ik toch graag nog even van de gelegenheid gebruik willen maken om Eddy de Vries van harte te feliciteren met zijn 86ste verjaardag (Unbeschrieën)
Eddy van harte mazeltov en nog vele jaren gezondheid.
Ameen
 
Sjabbat Sjalom
10 februari 2024 / 1 Adar 5784

Rosj Hasjana 2023 – 5784

Rosj Hasjana markeert het begin van het joodse jaar. Op die dag werd de eerste mens, Adam, geschapen. Hoewel de Schepping van de wereld zes dagen voor de schepping van Adam begon, wordt de laatste dag toch als het begin van de schepping beschouwd en werd Rosj Hasjana op die dag bepaald. Rosj Hasjana betekent letterlijk ‘Hoofd’ van het jaar. Zoals in het hoofd de ziel van het leven van het hele lichaam zit en dat ook controleert, zo bevat Rosj Hasjana het doel van het leven voor het hele komende jaar. Dit is de betekenis van het G’ds oordeel dat op Rosj Hasjana plaatsvindt en daarom heerst er op Rosj Hasjana, thuis en vooral in sjoel, een plechtige sfeer. Want op Rosj Hasjana wenden wij ons tot G’d en vragen wij Hem voor alle goeds in het komende jaar, dat Hij ons in stand zal houden en ons zal zegenen met de vervulling van al wat wij nodig hebben.
Vandaag staan we opnieuw aan het begin van ons eigen proces van regeneratie. We dienen gemaakte fouten te vergeven zoals ook onze eigen fouten worden vergeven. We behoeven vergeving en we dienen te vergeven alvorens wij kunnen binnentreden in het land van alle mogelijkheden dat besloten ligt in een goed, nieuw jaar. Dit is het moment om ons ritueel te zuiveren. Vandaag met Rosj Hasjana, beginnen ook Asèret Jemee Tesjoeva. De tien dagen van berouw of inkeer. Deze dagen eindigen op Jom Kipoer, de grote verzoendag. In deze periode doen wij Tesjoeva, hebben wij berouw en trachten tot inkeer te komen. Tesjoeva bestaat uit twee delen:
(1) het onderzoek naar de fouten uit het verleden, in het bijzonder iemands verkeerde daden of gebrek aan goede daden
en
(2) iemands voornemen zijn gedrag te verbeteren, de Tora te volgen en mitsvot te doen.
 
Het eigenlijke begrip Tesjoeva is echter de terugkeer naar G’d, hetgeen wordt geuit door de dagelijkse levensstijl van Tora en Traditie. Doe eens een mitsva die je niet eerder vervulde; onthoud je van iets verkeerds waarvan je je tot nu toe niet onthield. Probeer het spreekwoord “wie goed doet, goed ontmoet” eens 5 keer volgend jaar in de praktijk te brengen. Als iedereen zich dat nou eens voorneemt………..of is dat een utopie. Maar toch……..een mens mag dromen.
 
Een ander centraal punt bij Rosj Hasjana is Ahavat Jisrael, de onderlinge liefde en eenheid van alle joden. Deze liefde en eenheid worden steeds belangrijker. De liefde en eenheid voor Eretz Jisraeel zullen we nodig hebben. Nodig hebben, als we zien dat niet alleen de wereldopinie voor de staat Israel steeds verder onder druk komt te liggen maar ook de eenheid in het land zelf dagelijks meer onder druk komt te staan. En we hebben elkaar nodig. We hebben elkaar nodig om te voorkomen dat wij als Joden, in eretz Jisraeel en in de diaspora, tegen elkaar worden uitgespeeld. Want laten we eerlijk zijn, het bewaren van de eenheid heeft ons altijd door de eeuwen heen gekenmerkt en ook geholpen.
 
Die eenheid en een rotsvast vertrouwen in een goede afloop maakt ons een sterk volk. Een sterkte die ons door alle sores heen haalt. Een sterkte die ons niet neer kan slaan. Een sterkte die al onze vijanden in het verleden al hebben kunnen ervaren en een sterkte die mensen er in de toekomst mogelijk van kan weerhouden om ons kwaad te doen.    
 
Op Rosj Hasjana spreken we de wens uit dat we een zoet jaar zullen hebben, een jaar waarin we zullen trachten veel zoets voor onszelf en voor anderen te produceren opdat zelfs nog meer anderen hier ook van zullen kunnen genieten zodat we dus ALLEMAAL een zoet jaar zullen hebben.
 
Ook voor ons als Masorti kehilla start weer een nieuw jaar. Mensen betrekken bij het Jodendom en mensen hun Joodse roots te laten vinden of zelfs hervinden blijft onze grootste uitdaging, ook in het komende jaar.
We zijn inmiddels een nieuw Marom traject gestart onder leiding van Noa Cohen en Salo Noot om meer jongeren te betrekken bij onze joodse tradities. Wij zullen blijven werken aan verjonging en versteviging van onze Kehilla.
 
De zwakke binding van de Joden met de Joodse tradities was natuurlijk ook het gevolg van de Shoa. Daarmee nam men bewust of onbewust afstand van het Jodendom. Dat is overgeslagen naar de 2e en 3e generatie Joden. En daarnaast neemt de identificatie met Israël af door de steeds slechter wordende opinie en de interne strubbelingen van het land.  Vandaar dat we met z’n allen alle zeilen moeten bijzetten om het tij te keren. Al zijn we maar een hele kleine kehilla, toch is het ook onze taak om de Joden te betrekken bij de tradities die we hebben.
 
En in een kleine Kehilla als wij zijn er soms simches. 1 van die simches is dat onze voorzitter, Nicky Cohen vandaag precies 28 jaar geleden getrouwd is met Liesan. We wensen beide Mazaltov en een heel lang en gelukkig leven toe. Te beginnen met dit nieuwe jaar. Moge de beste gebeurtenis van deze 28 jaar gelijk zijn aan de slechtste gebeurtenis in de komende 28 jaar. Omijn. 
 
Tot besluit wil ik ook een paar woorden wijden aan het overlijden van 1 van de markantste raboniem van Amsterdam. Rav Ies Vorst. Velen van ons hebben met deze gesjiewes van een man te maken gehad. Van jong tot oud. Van Liberaal tot Orthodox. Een tsadiek. Een rechtvaardige. We zullen hem blijven herinneren als 1 van de meest geliefde rabbijnen die Amsterdam ooit heeft gehad.
Tehi Nisjmato tseroera bitsror hachajiem. Moge zijn ziel worden bijgeschreven in de bundel van het eeuwige leven. Omijn
 
Voor iedereen wens ik namens het bestuur en kehilla dat u wordt ingeschreven en bezegeld voor een goed jaar.
‘Le’sjana tova tikateev weteegateem’; 
 
Ik wens u een jaar toe waarin de vreugde en dans de overhand zullen hebben. En waarin Vrede, Veiligheid en Voorspoed de boventoon zullen voeren.
 
Osee Sjalom – Moge G’d vrede brengen over ons en over heel Israel, we’imroe Ameen!
 
Alex Waterman
17 september 2023 / 2 Tisjri 5784

Derasje 13 april 2023 / 24 Niesan 5783

Vandaag lezen we Parashat Shemini.

Shemini betekend “de achtste”. Het verwijst naar de eerste Nissan, de dag waarop het Misjkan (het heiligdom) was gevestigd. Het heet “de achtste dag ” omdat er zeven dagen van inwijding aan waren voorafgegaan, gedurende waarin Moshe het Misjkan oprichtte en afbrak, en hij Aharon en zijn zonen onderwees in de orde van de offerdienst. Hierbij treft G’d de 2 zonen van Aharon (Nadav en Avihoe) hard omdat zij (zoals staat geschreven) vreemd vuur brengen. Daarmee wordt natuurlijk bedoeld omdat zij alleen te werk gingen zonder daarbij het belang van iedereen te behartigen. Zonder eerst Mosje te raadplegen voordat zij te werk gingen.

Mosjé troost Aharon, die in stilte treurt. Mosjé geeft verder de Kohaniem instructies hoe zij zich moeten gedragen tijdens hun rouw­periode, en waarschuwt hen dat zij geen sterke drank mogen drinken voordat zij in het Misjkan dienst gaan doen. Ook wordt het kasjroet behandeld in deze parasha.

Zo wordt verteld welke landdieren, zeedieren en luchtdieren (en zelfs ook een viertal soorten sprinkhanen) kosher zijn. En tot slot wordt het Joodse volk opgedragen zich af te scheiden en heilig te zijn – zoals G’d zelf heilig is.

Wij zijn dus anders dan de anderen. Opgedragen anders. Niet beter…… niet slechter …….. maar gewoon anders. Uitverkoren anders…….Ziehier 1 van de ontstaansredenen van het feit dat wij joden het uitverkoren volk zijn. Ik heb mensen vaak horen verzuchten: “kunnen we de komende 1000 jaar niet een ander volk nemen als uitverkoren volk?”

Want anders zijn dat mag natuurlijk niet. Er zijn er zat die ons daarom vervolgden. En er zijn er helaas nog een groot aantal die ons daarom nog willen gaan (of blijven) vervolgen. En dat fenomeen zie je ook bij anderen terug. Homoseksuelen worden door sommigen vervolgd omdat zij anders zijn, Ongelovigen worden door gelovigen anders bekeken omdat zij anders zijn. Mensen van kleur worden zowiezo anders bekeken. Wat is dat dan toch? Mag je niet anders zijn dan? “Jawel”, denk ik dan, “zolang ik maar niet gedwongen wordt om ook anders te worden” En daar zit een grote kern van waarheid in natuurlijk. Helemaal vandaag de dag als de wereld zo langzamerhand geregeerd wordt door de angst en terughoudendheid en het juist als politiek incorrect wordt ervaren als je de politieke correctheid aan de kaak wil stellen.

Er worden oorlogen gevoerd, aanslagen gepleegd, mensen gecanceld en buitengesloten alleen omdat men anders denkt of anders is. En dat zou toch onaanvaardbaar moeten wezen. Nog steeds hebben we te maken met een grote mate van antisemitisme omdat wij anders zijn…….omdat wij Joods zijn. Nieuwe feiten worden bedacht, echte feiten worden ontkend, geschiedenis aangepast alleen maar om aan te kunnen tonen dat wij toch wel verachtelijke wezens zijn………omdat wij anders zijn……omdat wij Joods zijn.

Maar ik heb nieuws voor deze antisemieten. Wij joden blijven ook anders. Da’s onze opdracht van G’d. Dat hebben we vandaag tenslotte kunnen lezen in Shemini.

Ik wens iedereen Sjabbat Sjalom.
Alex Waterman
13 april 2023 / 24 Niesan 5783

Derasja 25 maart 2023 / 3 Niesan 5783

Het eerste woord van het derde boek van de Tora is wajikra – (Hij) riep – en het eerste woord is zoals gebruikelijk ook de naam van de parasja. Het boek Wajikra – in het Latijn Leviticus genoemd naar de levieten – handelt vooral over de offers, de priesters en de dienst in en rond de Misjkan en over het secuur bewaren en het herstellen van de rituele reinheid. Een opvallend stuk, is het gedeelte dat een aantal omgangsregels tussen mensen bevat, waaronder bijvoorbeeld het aansprekende ‘hebt uw naaste lief als u zelf’. De Misjkan werd vele eeuwen later opgevolgd door de door Koning Salomo gebouwde tempel. Na de verwoesting van deze tempel is de offerdienst komen te vervallen. De tempel werd vervangen door diverse huizen van samenkomst en dus ook zoals wij hier bij elkaar zitten ons eigen huis van samenkomst, de Bernhard Cohen Sjoel in Weesp.
 
Zoals gezegd is de centrale gedachte hierbij het woord samenkomst
En als je de opdracht krijgt om een huis van samenkomst te creëren dan is wel het uiteindelijke doel om een huis te creëren waar leven in zit……. waar een ziel in zit……..waar nesjomme in zit.
Voor ons Joden is het namelijk enorm belangrijk om die nesjomme te vinden. Ik denk zelfs dat dit een van de belangrijkste oorzaken is dat Joden elkaar opzoeken, begrijpen, de samenhang met elkaar voelen. En natuurlijk sluiten we in de omgang niemand anders uit maar als 2 Joden elkaar ontmoeten is er een  bepaalde cohesie. We hebben veelal dezelfde humor, voelen dezelfde afkeer van bepaalde zaken, delen dezelfde pijn van het verleden en voelen hetzelfde begrip naar elkaar toe. De groep als geheel moet hier goed kunnen samenwerken en daarom is die cohesie binnen die groep zo verschrikkelijk belangrijk. Dat is vandaag de dag ook niet anders. Hoe groter de samenhangende groep hoe groter de invloed is die zij kunnen uitoefenen. Alleen is slechts alleen. De verbondenheid (of lotsverbondenheid) die je als groep hebt is daarom heel veel waard.
 
En om lief en leed met elkaar te delen en om die verbondenheid met elkaar te blijven voelen is deze plaats van samenkomst. Of je deze plaats misjkan noemt of Sjoel. Dat maakt niet uit. En die verbondenheid is ook de reden waarom ons volk altijd terugveert. We hebben elkaar nodig om te bouwen en om sterk te blijven. 
Dus de mensen hebben niet alleen elkaar maar ook die plaats van samenkomst nodig om voortdurend herinnerd te worden aan het feit dat we elkaar allemaal nodig hebben om beter te kunnen functioneren. En, als het nodig is, om te overleven. Ook dat heeft het verleden uitgewezen
 
Binnenkort is het Pesach. Dan gaat het ook over die saamhorigheid. Namelijk die saamhorigheid die wij als volk nodig hebben gehad om onder het juk van de Farao uit te komen. En de plagen die wij tegenover de Egyptenaren hebben ingezet als drukmiddel waren geen straf of wraak of ter vernietiging bedoeld. Elke plaag is een onderdeel van een strategisch handelen, het is pressie. Een politiek drukmiddel zouden we nu zeggen. Maar de farao had altijd een keuze. Het was de farao zelf die steeds weer verhardde waardoor er een volgende plaag nodig was. De weg van de tien plagen was een lange weg, met veel geduld, zorgvuldigheid en zonder leger. Het enige leger dat werd ingezet werd vernietigd. De drempel voor geweld was hoog. Maar het resultaat van het geweld was vrijheid. En in dit geval heiligde het doel de middelen.
 
Als vrijheid het uiteindelijke resultaat is van wat wij doen dan moeten we nooit zwichten maar altijd in saamhorigheid blijven vechten. Denk maar aan de laatste regels van het gedicht van H.M. van Randwijk. “Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen……..dan dooft het licht” …………………………………………. Inderdaad dan dooft het licht.
 
Laten wij onze saamhorigheid dan ook blijven koesteren.
 
Shabbat Shalom
 
Alex Waterman
25 maart 2023 / 3 Niesan 5783

Derasja voor Sjabbat Wa’era. 21 jan. 2023 / 28 tewet 5783

Aan het eind van de sidra van vorige week, het begin van het boek Sjemot, bevonden de Israëlieten zich op het dieptepunt van hun bestaan. Onze voorouders waren slaaf – ehh: tot slaaf gemaakt. Er was een decreet uitgevaardigd dat elk mannelijk kind moest worden gedood. Mosjee was gezonden om hen te bevrijden, maar het eerste effect van zijn handelen was dat de zaken nog erger werden, en niet beter. Hun quotum voor het maken van bakstenen bleef ongewijzigd, maar nu moesten ze ook voor hun eigen stro zorgen. Aanvankelijk hadden ze Mosjee geloofd toen hij de tekenen uitvoerde die God hem had gegeven en hen vertelde dat God op het punt stond hen te redden. Nu keerden zij zich tegen Mosjee en Aäron en beschuldigden hen:
“Moge de Eeuwige u hiervoor straffen!” Zeiden de opzichters tegen hen. “U hebt ons bij de farao en zijn dienaren een slechte naam bezorgd. U hebt hen een zwaard in handen gegeven om ons te doden.” Exodus 5:20–21
Op dit punt wendde Mosjee – die eerst nog zo twijfelde om die hele bevrijdingsmissie op zich te nemen  – zich uit protest en angst tot God:
“O Eeuwige, waarom behandelt u dit volk zo slecht? Waarom hebt U mij hierheen gestuurd? Vanaf het moment dat ik bij de farao ben gekomen en hem in Uw naam heb toegesproken wordt het volk nog slechter door hem behandeld. U hebt Uw volk niet bevrijd – integendeel!” Exodus 5:22
Niets van dit alles was echter toevallig. In de donkerste nacht stond Israël op het punt zijn grootste ontmoeting met God te hebben. Hoop zou geboren worden aan de rand van de afgrond, van de wanhoop. Daar was niets natuurlijks aan, niets onvermijdelijks. De hele opeenvolging van gebeurtenissen was een opmaat naar het grootste momentum in de geschiedenis van Israël, van de mensheid: Gods ingrijpen in de geschiedenis – de Allerhoogste Macht die ingreep namens de meest machtelozen, niet (zoals in elke andere cultuur) om de status quo te onderschrijven, maar om deze omver te werpen. God de revolutionair.
God zegt tegen Mosjee: “Ik ben de Eeuwige; ik zal de last die de Egyptenaren jullie opleggen van je afnemen, ik zal jullie uit je slavenbestaan bevrijden. Met opgeheven arm zal ik jullie verlossen en de Egyptenaren zwaar straffen. Ik zal jullie aannemen als mijn volk en ik zal jullie God zijn” (Ex. 6:6-7).  De hele toespraak is interessant, maar wat ons zal bezighouden  – omdat het opeenvolgende generaties van uitleggers heeft geïnteresseerd – is wat God aan het begin tegen Mosjee zegt: “Ani Adonai – Ik ben de Eeuwige. Ik ben aan Abraham, aan Jitschak en aan Ja’akov verschenen als Almachtige God,  als El Sjaddai, maar Mijn naam Eeuwige, Hasjeem, heb ik hun niet bekend gemaakt” (Ex. 6:3). Er wordt een fundamenteel onderscheid gemaakt tussen de ervaring die de aartsvaders met God hadden en de ervaring die de Israëlieten op het punt stonden te hebben. Er stond iets nieuws, iets ongekends, te gebeuren. Wat is het?
Het had duidelijk te maken met de namen waaronder God bekend staat. Het vers maakt onderscheid tussen El Sjaddai (“Almachtige God”, de voedende en ons verzorgende God) en de vierletterige naam van God, Joed – Hee – Wav – Hee die, vanwege zijn heiligheid niet wordt uitgersproken en in de Joodse traditie eenvoudigweg Hasjem wordt genoemd – “de  naam” bij uitstek.
Zoals onze rabbijnen als vanouds aangeven, moet het vers met grote zorg worden gelezen. Er staat niet dat de aartsvaders deze naam “niet kenden”; er staat ook niet dat God deze naam niet “bekend heeft gemaakt”. De naam Hasjeem komt maar liefst 165 keer voor in het boek Beresjiet, Genesis. God Zelf gebruikt de uitdrukking “Ik ben Hasjeem” bij zowel Abraham (Genesis 15:7) als bij Ja’akov (28:13). Wat is er dan nieuw aan de openbaring van God in de dagen van Mosjee, wat nog nooit eerder was gebeurd?
Onze rabbijnen geven verschillende verklaringen. Een Midrasj zegt dat God bekend staat als Elokim wanneer Hij mensen oordeelt, als El Sjaddai wanneer Hij het oordeel opschort en als Hasjeem wanneer Hij barmhartigheid toont. Juda Halevi in De Kuzari, en Nachmanides in zijn Commentaar, zeggen dat Hasjeem naar God verwijst wanneer Hij wonderen verricht die de wetten van de natuur opschorten. Rasji’s uitleg is echter de eenvoudigste:
Het staat hier niet geschreven: “[Mijn naam, Hasjeem] heb ik niet aan hen bekend gemaakt” maar eerder “[Bij de naam Hasjeem] was ik bij hen niet bekend” – wat betekent dat ik niet door hen werd  herkend.“ Rasji commentaar op Exodus 6:3.
De aartsvaders hadden beloften van God ontvangen. Ze zouden zich vermenigvuldigen en een natie worden. Ze zouden een land erven. Geen van deze beloften werd tijdens hun levens waargemaakt.     Integendeel: aan het eind van Beresjiet telde de familie van de aartsvaders slechts zeventig zielen. Ze hadden nog geen grond verworven. Ze waren wegens de honger in ballingschap in Egypte. Hoe diep kun je zinken? Nou, ze werden ook nog slaaf en met willekeur vermoord. Maar nu stond de vervulling op het punt te beginnen.
Al in het eerste hoofdstuk van Sjemot horen we voor het eerst de uitdrukking Am Bnei Jisrael, “het volk van de kinderen Israëls” (Ex. 1:9). Israël was niet langer een familie, maar een volk. Mosjee bij de brandende braamstruik kreeg van God te horen dat Hij op het punt stond het volk naar “een goed en wijds land te brengen, een land overvloeiend van melk en honing” (Ex. 3:8). Hasjeem krijgt zo de rol  van God die in de geschiedenis handelt om Zijn beloften te vervullen.
Tot dan toe was God (en bij andere volken waren de goden) bekend door de natuur. God was in de zon, de sterren, de regen, de storm, de vruchtbaarheid van de velden, het vee, de oorlog en de mens en de opeenvolging van de seizoenen. Wanneer er droogte en hongersnood was, waren de goden boos. Wanneer er producten in overvloed waren, toonden de goden gunsten. De goden waren de gepersonifieerde natuur. Nooit eerder had God ingegrepen in de geschiedenis, om een volk uit de slavernij te redden en hen op het pad naar vrijheid te zetten. Dit was een revolutie, een stap voorwaarts in de menselijke geschiedenis.
Voor de meeste mensen lijkt er op de meeste momenten geen betekenis te zijn in de geschiedenis. We leven, we sterven, en het is dan alsof we nooit geweest zijn. Het universum geeft geen enkel teken van enig belang voor ons bestaan. Zonder ons in ons zonnestelsel draait het hele universum echt wel verder. Als dat al zo was in de oudheid, toen mensen geloofden in het bestaan van goden, hoeveel te meer geldt dat dan vandaag de dag waar nog maar weinigen geloven in iets bovenmenselijks. Velen zien het leven als niet meer dan de werking van “toeval en noodzaak”. De tijd lijkt alle betekenis uit te wissen. Niets beklijft. Niets houdt stand. De zinloosheid van ons bestaan.
In het oude Israël daarentegen hechtten de profeten voor het eerst waarde aan de geschiedenis. Er kan dus met waarheid worden gezegd dat onze voorouders de eersten waren die de betekenis van de geschiedenis als de openbaring van God ontdekten. Het Jodendom is de eerste die de geschiedenis van de mensheid als meer dan een loutere opeenvolging van gebeurtenissen ziet – als niets minder dan een verlossingsdrama waarin het lot van onze natie wordt verbonden aan het lot van Gods Wil voor de mens.
De geschiedenis van de mensheid, met Am Jisrael in het centrum, als een uitrollende weg naar een vrije en steeds betere samenleving met een goed leven voor iedereen, als grote doel van de Schepper voor die mens.
Dat is de betekenis van Hasjeem: de God die ingrijpt in de geschiedenis. Zoals Juda Halevi opmerkt,  beginnen de Tien Geboden niet met de woorden “Ik ben de Heer uw God die hemel en aarde heeft geschapen”, maar “Ik ben de Heer uw God, die je uit het land Egypte, uit het huis van de slavernij, heeft gehaald.” Elokim is God als we Hem ontmoeten in de natuur en de schepping, maar Hasjeem is God zoals geopenbaard in de geschiedenis, in de bevrijding van onze voorouders uit de slavernij van Egypte en door de eeuwen heen tot op heden, ondanks alle onvoorstelbare ellende die we ook meegemaakt hebben.
Het kunnen kennen van God, die meetrekt in de tijd met de mens, begon hier bij de bevrijding uit Egypte, “zodat Mijn naam over de hele wereld kan worden verkondigd” (Ex. 9:16). Het boek van onze geschiedenis zou het merkteken dragen van een hand die niet menselijk, maar goddelijk is. En het begon met deze woorden: “Zeg daarom tegen de Israëlieten: Ik ben Hasjeem, en Ik zal jullie onder het juk van de Egyptenaren vandaan halen.”
 
Sjabbat sjalom

Chanoeka Sameach!

Wat fijn om hier vanavond met z’n allen te zijn om Chanoeka te vieren, het feest van het licht.
Terwijl we ons voorbereiden om de lichten aan te steken, brengen we hulde aan de helden van lang geleden, de Makkabeeën wiens moed en weigering om zich over te geven een pad hebben gebaand voor het voortbestaan van het Joodse volk en de vrijheid om ons geloof te praktiseren.
Tegelijkertijd met het aansteken van deze lichten brengen we ook hulde aan alle helden van de Joodse geschiedenis die joods durfden te zijn, de Thora en zijn mitswot te houden en hun geloof niet op te geven wanneer ze werden bedreigd door wrede machtige rijken. Die rijken zijn al lang in de vuilnisbak van de geschiedenis verdwenen, terwijl wij, de afstammelingen van deze dappere mensen, hier vandaag staan om de tradities voort te zetten waarvoor ze bereid waren hun leven op te offeren.
We hebben zojuist de finale van het WK gezien, een omstreden WK waar het in West Europa ging over de Onelove-band heeft de Arabische wereld zich verenigd achter de Palestijnse zaak.
Dat de Qatarese autoriteiten niet optreden tegen de pro-Palestijnse statements, lijkt in contrast te staan met het handhaven van het verbod op de OneLove-band
Toen de Nederlandse sportminister Conny Helder de wedstrijd tussen Nederland en Qatar bezocht, trok zij ook een vergelijking tussen de pro-Palestijnse uitlatingen in Qatar en de OneLove-armband. De Qatarese minister van Justitie zat naast haar met een zwart-witte armband om, de band is een steunbetuiging aan de Palestijnen.
Helder noemde het ‘een sterke reactie op de OneLove-campagne’ voor diversiteit en inclusie.
Argentijnse fans ontrolden in de groepsfase een grote Palestijnse vlag en tijdens de meeste wedstrijden van verschillende landen zag je overal de Palestijnse vlag in het publiek.
Een Israëlische tv-verslaggever meende een gesprek over voetbal te voeren met een groepje Engelsen, maar kreeg ‘Free Palestine’ naar zijn camera geslingerd.
Een opmerkelijke moment, kort na de winst in de achtste finale, was dat Marokkaanse spelers als Ziyech en Mazraoui (beiden ex-Ajax) met de Palestijnse vlag op de foto gingen. 
De NOS zond een fragment vanuit Amsterdam uit na een overwinning van Marokko waar kinderen alleen maar ‘’free Palestine’’ konden roepen en op straat alle joden zijn homo’s zongen.
dit heeft mijns inziens niets te maken met het bevrijden van de bezette gebieden aangezien deze allang niet meer als bezet kunnen worden beschouwd maar als een vorm van antisemitisme.
Nog niet zo lang geleden werden Joden die de lichten van Chanoeka ontstaken gedwongen onder te duiken uit doodsangst voor represailles.
In de donkerste uithoeken van deze wereld trotseerden Joden de dood om vlammen van hoop en licht te ontsteken tijdens Chanoeka.
In het verleden verstopten Joden zich achter gesloten deuren en trokken ze gordijnen dicht om de Chanukia aan te steken.
We zijn hier we vandaag om het licht van het Jodendom door te geven aan de volgende generatie, en om de tradities voort te zetten, het licht te laten schijnen in tijden van opnieuw opkomend antisemitisme wereldwijd.
Ik wil graag iedereen bedanken die mee hebben gewerkt om deze dag tot een succes te brengen.
Ik wens u allen een Hag Chanoeka Sameach en nog vele jaren in gezondheid.

Bechoekotai 2022

Vandaag lezen we Bechoekotai. Deze parasha geeft o.a. een beschrijving van de beloningen en zegeningen die voortkomen uit het opvolgen van de voorschriften van de Thora. Na de beloofde beloningen komt een wat langere reeks Klolussen (straffen) die volgen als het volk niet in Gods wegen wandelt. Als je dus recht toe recht aan een en ander probeert uit te leggen dan wordt er dus gezegd dat, als het volk zich houdt aan de genoemde 613 Mitswot en de thora volgt dan komen er goede dingen maar als het volk niet gehoorzaamt dan zal G’d allerhande rampen op het volk laten neerdalen.
 
Ooit hebben we een discussie gehouden waarbij de stelling was: “Het is beter te leven als een goed mens waarbij je je niet aan alle Mitswot houdt (dus in deze definitie geen goede jood) dan als een mens slecht van inborst die zich aan alle Mitswot houdt. Ik weet het, alleen al over de woordkeuze van de stelling kan je urenlang discussiëren zonder het direct over de inhoud te hebben. Sommigen zeggen dat als je je als jood niet houdt aan alle Mitswot dan kan je per definitie geen goed mens zijn. Of dat als je slecht bent van inborst je je per definitie dus ook niet houdt aan alle Mitswot.
Maar wat ik veel belangrijker vind dan deze hele stelling is dat ik (of wij zoals we hier zitten) niet degenen zijn die het recht hebben om te bepalen of iemand zich al dan niet aan alle Mitswot houdt. Wij kunnen dat ook niet weten, wij kunnen dat slechts aannemen. Er is aan het eind een eenmalige eindafrekening en daar (en daar alleen) kan worden bepaald naar welke kant de weegschaal van het leven uit is gevallen. Wat we wel kunnen, en waar we denk ik ook het volste recht toe hebben, is om voor ons zelf te bepalen wanneer een medemens goed of slecht van inborst is. Niemand heeft er problemen mee om vanuit de geschiedenis slechte mensen aan te duiden, mensen met bloed aan hun handen. Zij worden ooit gestraft en dat is goed. Niemand heeft er ook problemen mee om vanuit de geschiedenis de goede mensen aan te duiden. We laten dat ook duidelijk doorklinken in allerlei versierselen zoals bijvoorbeeld onderscheidingen en nobelprijzen.

En natuurlijk maken we allemaal wel fouten. Doen we iets waarvan we later bij onszelf denken dat we dat beter niet hadden moeten doen. Niet omdat het perse slecht was voor ons zelf maar meer omdat we er een slecht gevoel aan over hebben gehouden. Dat empathische gevoel zit er (als het goed is) bij ons ingebakken. We weten best hoe een ander zich voelt bij een uitspraak of bij een gedraging van ons zelf.  Ik heb het al vaker gezegd. Respect voor elkaar is voor mij het belangrijkste aspect in het bewandelen van de juiste wegen.

Vorige week donderdag was het Lag Ba’omer. De 18de Ijar en de 33ste dag van de omertelling. En eigenlijk staat deze dag ook in het teken van wederzijds respect. Deze dag herinnert ons namelijk aan de gebeurtenis die de duizenden studenten van de grote geleerde Rabbi Akiva overkwamen. Zij werden getroffen door een geweldige epidemie als gevolg van respectloos gedrag onder elkaar. De epidemie stopte op Lag Ba`Omer. En daarom weten wij ook van Lag Ba`Omer dat alleen het houden van 613 Mitswot niet genoeg is maar dat dit moet gebeuren in goede kameraadschap, liefde en respect voor elkaar. En dat is nu precies de boodschap die besloten ligt in parasha Bechoekotai.

Naast dit alles wil ik ook nog even stil staan bij morgen. Dan is het namelijk Yom Jeroesjalajim. De dag van de hereniging van de enige en onverdeelde hoofdstad van Eretz Yisrael op 28 Iyar 5727. Nu 55 jaar geleden. In onze moderne tijd gebeurde dat in 1967. Tijdens de zesdaagse oorlog werd de hereniging van Yerushalayim een ​​feit. Ik zeg heel nadrukkelijk hereniging en niet verovering. Dat komt omdat Jordanië na de onafhankelijkheid van Israël in 1948 het oostelijke deel van Jeruzalem veroverde en tot 1967 bezette. Maar deze nuance wordt heel erg vaak vergeten door de media.

Yerushalayim, ik geloof een van de meest gevierde stad. Iedereen zingt, vooral tijdens Pesach, Lesjana haba Be Yerushalayim, volgend jaar in Jeruzalem. En wie kent niet de beroemde Yerushalayim sjel zahav, Jeruzalem van goud. Wist je dat dit lied door velen wordt beschouwd als het tweede volkslied van Israël? In de Knesset in 1967 stelde de vredesactivist Uri Avneri dit lied voor ter vervanging van het huidige volkslied, de Hatikvah. De schrijfster van het lied, Naomi Shemer, gaf in principe haar goedkeuring, maar ze zei meteen dat de Hatikvah onvervangbaar is. Het voorstel werd natuurlijk vrijwel unaniem verworpen want ja ……..  als we iets echt niet kunnen vervangen is het natuurlijk “de hoop”.

Ik wens iedereen shabbat shalom en blijf gezond. Omijn
 
Alex Waterman
28 mei 2022 / 27 Ijar 5782.

Emor 2022

Sidra Emor, dat we vandaag hebben gelezen, geeft een nauwkeurige omschrijving van de beperkingen waar de kohaniem zich aan moesten houden, evenals de beperkingen met betrekking tot de offers die konden worden gebracht.  Vervolgens worden de voorschriften van Sjabbat, het tellen van de Omer, en alle feestdagen van het jaar beschreven. Het constant brandende licht (in de Menora) en het toonbrood van het Misjkan worden beschreven en de sidra sluit af met de wetten met betrekking tot godslastering.
 
Dat even invogelvlucht wat we vandaag hebben gelezen. En wat ook heel belangrijk is voor ons hele “zijn”,  dat is een heel klein zinnetje in het midden van onze sidra van vandaag. Een klein zinnetje dat zegt: ”Jullie zullen Mijn heilige naam niet ontwijden, maar ik zal geheiligd worden te midden van de Israëlieten.”.   Het ontwijden van de naam van G’d wordt in de Talmoed uitgelegd met het feit dat men eerder bereid moet zijn het eigen leven op te geven dan G’ds wetten te ontkennen, bijvoorbeeld wanneer men wordt gedwongen tot meedoen aan afgodendienst of om jezelf als Jood te verloochenen. In dat kader wordt deze zin zelfs aangehaald en gebruikt voor de zes miljoen slachtoffers van de Sjoa, die simpelweg werden vermoord, enkel en alleen omdat zij Joden waren en omdat zij hun Jood zijn niet wensten te verloochenen.
 
Helaas is het nog steeds zo dat wij Joden overal de schuld van krijgen. Aan alle kanten is antisemitisme in de mode. Het komt van religieuze leiders, staatsmannen en vooraanstaande schrijvers. No steeds mag vrijelijk worden geroepen dat de Joden de schuld zijn aan de financiele crisis in de wereld omdat zij de financiele wereld in hun macht hebben……De Human Right Watch heeft nog steeds Israel als vast agendapunt om veroordelingen uit te spreken Diverse complot theorieën gaan uit van het feit dat de Joden schuld hebben aan het uitbreken van de Corona pandemie. Kosher slachten en de brieth als beleving van het geloof staan nog steeds onder druk en met een keppeltje over straat lopen wordt een ieder nog steeds ontraden. Zeker in bepaalde buurten. Het is politiek correct om hier schande over te spreken maar ondertussen is het politiek incorrect om hier daadwerkelijk iets aan te doen.
 
Vorige week woensdag was het 4 mei. De dag van de herdenking van alle slachtoffers van de tweede wereld oorlog.  Ik herdenk niet alleen mijn familie die naar de naar de kampen zijn afgevoerd en bruut zijn vermoord. Ik herdenk ook de meer dan 100.000 Nederlandse Joden die zijn weggevoerd en nooit meer zijn teruggekomen. Daar denk ik aan. Ik denk op dat moment niet aan Ukraine, Uruzgan, Serbrenica, Soedan, Indonesie, Mali  en aan al die andere landen waar vreselijke dingen zijn gebeurd en Nederlandse militairen tijdens hun missie zijn omgebracht. Daar is in mijn optiek 4 mei niet voor.
 
Ik stel voor om 1 dag per jaar vrij te maken om als nationale herdenkingsdag voor alle naoorlogse gevallenen te dienen. Maar doe dat niet op 4 mei.
Aan het nationale 4 en 5 mei commitee zou ik willen zeggen. Kaap niet de 4 mei herdenking van ons weg. Denk niet dat die generatie er toch niet meer is. Want naast het feit dat er nog velen vanuit de eerste generatie in leven zijn, hebben we ook te maken met een tweede en zelfs derde generatie voor wie de Sjoa nog altijd verankerd is in hun dagelijkse bestaan. Het is een deel van onze identiteit en dat deel dragen we voor altijd met ons mee. Mogen wij er dan alsjeblieft 1 dag exclusief voor ons voor terugkrijgen. Exclusief voor ons en ondeelbaar met ander verdriet en leed. Het verdriet is namelijk zo onnoemelijk groot dat het niet te delen is. Het IS ondeelbaar. En ieder jaar weer krijg ik de rillingen als ik om 2 minuten over 8 het Wilhelmus ingezet hoor worden. Ik wil dit het hele jaar door meezingen, behalve op dat moment. Na die 2 minuten krijg ik het niet door mijn strot….”ben ik van Duitsen bloed”……In gedachten zing ik dan het Hatikva….de hoop. Want zoals het gezegde luidt: Zonder hoop geen leven………
 
Ik wens jullie allemaal Shabbat Shalom en blijf gezond. Omijn.
 
Alex Waterman 14 mei 2022 /13 Ijar 5771

Drasja voor Sjabbat Acharei mot, sjabbat 30 april 2022, 29 niesan 5782

“Alle begin is moeilijk.” Deze talmoedische stelregel is een alledaagse Nederlandse – en ik denk ook in vele andere talen – uitdrukking geworden. En waarschijnlijk hebben de rabbijnen hem ook niet zelf bedacht, toen al, lang geleden. Ieder mens ervaart de uitdaging om aan een nieuwe baan, een nieuwe levensfase, een nieuwe relatie of een nieuwe woonplaats te beginnen. Als Joods volk herkennen we deze waarheid ook en hebben er rituelen voor ontwikkeld. We hebben afgelopen uitgaande Sjabbat onze week van Pesach afgesloten, waarin we de moeilijke start van ons als volk, van Am Jisrael, onze identiteit, herdenken en naspelen. Zo houden we de seideravond levend en actueel zelfs na 30 eeuwen. De Misjna draagt ons op om onze Seider te organiseren met het besef van de moeilijkheid van het begin: “Men begint met schande en eindigt met glorie” (staat in Misjna Pesahim 10:4). Daarom openen we het verhalende Magid-gedeelte van de Hagada met de herinnering aan onze oorsprong als afgodendienaars en slaven (of moet ik tegenwoordig politiek-correct zeggen: ‘Tot-Slaaf-Gemaakten’): “In het begin waren onze voorouders afgodenaanbidders;” en “Mijn vader was een zwervende Arameeër.” Het ritueel van het eten van matzes helpt ons om deze boodschap beter te begrijpen. Met die matzes herkauwen we ieder jaar onze ellende van toen, in Egypte en in de wildernis. Het “Brood der Ellende” brengt ons in contact met ons nederige begin als arm en vervolgd volk.

Deze Sjabbat lezen we over een ander begin: de schone lei die we bereiken volgens de rituelen van Jom Kippoer. Volgens onze traditie vieren we verschillende “nieuwe jaren” (zie Misjna Rosj Hasjana 1:1). Pesach markeert de geboorte van onze natie, de wedergeboorte van de natuur in de lente en de eerste maand van de Hebreeuwse kalender, de maand niesan. We berekenen echter het Joodse jaar volgens het nieuwjaarsfeest van Rosj Hasjana in de maand Tisjri, die de schepping van de wereld markeert en ons een periode van tien dagen van boete en inkeer geeft. Volgens deze Parasja Acharei Mot (na de mot, zogezegd) is het begin van ons jaar in de herfst een tijd voor ellende: wie zal leven; wie zal sterven? Is een thema. De Thora leert: “En dit zal voor jullie een wet voor altijd zijn: In de zevende maand, op de tiende dag van de maand, zullen jullie zelfverloochening beoefenen” (Lev. 16:29). Zelfverloochening in de betekenis van je ziel kwellen met Jom Kippoer. Voor de rabbijnen betekende dit gebod van zelf veroorzaakte ellende een dag van vasten: onthouding van eten en drinken, baden, zalven, het dragen van leren schoenen en onthouding van huwelijkse omgang (Misjna Yoma 8:1).

Daarom ervaren we op beide beginpunten in de Joodse kalender – in niesan en in tisjri, bij Pesach en bij Jom Kippoer – ontberingen. In beide gevallen dramatiseren we de realiteit van “Alle begin is moeilijk” door ons eten. Op Pesach leven we een week op het ‘Brood der Ellende.’  En op Jom Kippoer “kwellen we onze ziel” door ons te onthouden van al het eten of drinken. Gelukkig geen acht, maar enkel één dagje dan.

Deze opvallende parallel toont een belangrijke Joodse waarde. Door ons vasten en onze zelfdiscipline kunnen we grootsheid bereiken. De Zohar noemt matze het ‘brood van genezing’. Deze term voor plat en smakeloos brood (dat vaak pijn doet aan de maag en soms je tandvlees laat bloeden!) is enigszins verrassend. De Zohar stelt echter dat een week matzes eten medicinaal is en ons geneest van onze arrogantie, ons ego en onze kwade neigingen. Gezuurd brood, chamets, vertegenwoordigt onze opgeblazen natuur. Door onze huizen te reinigen van deze symbolische kracht en ons dieet te ontdoen van zuurdesem, keren we terug naar de kern van onze menselijkheid. We kunnen opnieuw herboren worden, bevrijd van de obstakels die ons gescheiden houden van God en van het beste van onze innerlijke natuur. Zo hebben we ook op Jom Kippoer een kans op een nieuwe start en inkeer door de kunst van zelfverloochening.

Dit jaar sluiten we onze week na Pesach, de week van matzes, af met een parasja over onszelf kwellen op Jom Kippoer. Deze interessante vergelijking, of is het toeval?, geeft ons de gelegenheid om na te denken over de relatie tussen jezelf inhouden en het vernieuwen van je gemoed, tussen beproevingen en triomf, de moeilijkheid van een nieuw begin en het pad naar verbetering van jezelf. Zowel als individu als als volk kunnen we de pijnlijke uitdagingen van een nieuw begin omarmen met het geloof dat onze reizen in het leven genezing, groei en uiteindelijk verlossing zullen brengen.

Vandaag zitten we ook in een periode van herinnering en verdriet die wij zelf of onze ouders hebben moeten meemaken. De oorlog. Donderdag was het jom Hasjoa en op 4 mei is ook Jom Zikkaron; 5 mei is het Jom Ha’atsma’oet. Dit jaar gaan de Joodse en de algemene kalender wel heel mooi samen op.

Het meest triest in deze periode van herdenken van al dat leed en de heldhaftigheid hier en in Israel is wel volgens mij, dat we er nog steeds niet uit zijn. Dagelijks vliegen er raketten uit Gaza en ook uit Libanon de Israelische grens over en het is geen nieuws. Zodra Israel terugschiet wel. Wanneer we lezen over de Russische scherfbommen die zij in Oekraïne afschieten, dan weet bv. het o zo correcte AD er direct bij te vermelden dat de IDF dit ook nog steeds gebruikt in hun oorlogen tegen Gaza. Zo maar overgenomen propagandistische Chamas-leugens. Toe maar. Zijn er wegens ramadan demonstraties in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag waar niet alleen Israel als staat, maar joden in het algemeen met woord en als het had gekund ook met daden worden bedreigd. Chaibar chaibar ja jahoed, enzovoorts. Moet kunnen, toch? – vrijheid van demonstratie en meningsuiting.  Worden op universiteiten, waar onze toekomstige elite wordt opgeleid en gevormd, BDS-acties geen strobreed in de weg gelegd in hun anti-Israel-propaganda.

Komende woensdag wordt het 4 mei en herdenken we de doden van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien. Een dag, een moment dus, om niet alleen stil te staan bij het verleden van toen, maar om ons alert te houden voor het heden en de toekomst.

Allen sjabbat sjalom. 

Toledot 2021

Toledot betekent ‘verwekking’ of ‘het voortgebrachte’ en de parasha van deze week gaat iets dieper in op de geboorte van Ja’akov en Esav. Deze 2 broers vochten elkaar in de baarmoeder als het ware al de tent uit over wie nu als eerste geboren moet gaan worden. Dat was natuurlijk in die tijd wel belangrijk. Er werd gezegd: “De oudere zal de bediende van de jongere zijn”. De oudste zoon was in de oude cultuur van Jisraeel verantwoordelijk voor het voortduren van het geestelijke erfgoed. Dit erfgoed bestond uit het bewaken van de beloften die door G’d gemaakt waren. Het dragen van deze verantwoordelijkheid was niet de meest makkelijke verantwoordelijkheid, en het vroeg daarom een zuiver karakter (van de oudste zoon).
 
Ja’akov en Esau een tweeling die wel erg veel verschilden. Esau de Jager en rebelse en Ja’akov die veel rustiger en introverter was en zich veel meer conformeerde aan de regels en tradities. Je zou ook kunnen zeggen dat deze tweeling beide iets apart vertegenwoordigde wat in een mens zit opgesloten. We hebben allemaal ons goede stemmetje (Ja’akov) in ons maar ook het slechte  stemmetje (Esav) in ons. Het is aan ons zelf om te bepalen en te sturen welke van de twee de overhand krijgt. En daarnaast lag het in Esavs karakter opgesloten om aan de buitenkant de hele andere kant te tonen. Als het ware een wolf in schaapskleren. Dusdanige schaapskleren dat zijn vader Jischak hem zou willen zegenen. Terwijl zijn moeder Rivka veel meer de echte Esav te zien kreeg en dus graag zou willen dat Jitschak juist Ja’akov zou moeten zegenen. En dat was wel belangrijk want degene die gezegend zou worden zou mede stamvader worden van het Joodse volk. Uiteindelijk heeft Rivka het voor elkaar gekregen dat Jitschak tovh Ja’akov heeft gezegend en niet Esav. Daardoor is Ja‘akov dus de derde stamvader geworden. En dat merk je natuurlijk ook omdat de eerste zin van onze zegening (Misjeberach) niet is: Mi sjeberach awoteinoe Awraham, Jitschak weEsav maar weJa’akov.
 
Maar eigenlijk gaat Toledot ook over generaties en tradities en dat loopt natuurlijk wel erg parallel aan waar het Jodendom en ook Masorti voor staat. Masorti betekent namelijk ook traditie. Het overdragen van de tradities aan de volgende generatie. Als er geen tradities meer zijn heb je namelijk ook niets meer om over te dragen. Dat is namelijk waardoor het jodendom kan voortbestaan. Zouden we dat namelijk niet meer doen dan is er in de volgende generatie geen jodendom meer. En hoe sterk de hang naar traditie in de mens zit laten de discussies op social media vandaag de dag zien. Bijvoorbeeld in de zwarte pieten discussie. Het gaat de voorstanders van zwarte piet helemaal niet om het feit of die man nou zwart, rood, geel, groen of met roetvegen is. Het feest zal er echt niet minder om zijn en de cadeautjes ook niet. Het gaat over het opgeven van een traditie en dat voelen de mensen tot in hun diepste vezels.

En dat geldt dus ook voor onze Joodse tradities zoals het gevaar van de afschaffing van de sjechieta of zelfs de afschaffing van de Briet Millah.
Waar her en der ook stemmen over op gaan. Maar ik noem ook de problemen die sommige hebben met het dragen van een hoofddoek, of sommige Joden die niet meer met een keppeltje over straat durven te lopen. Wat te zeggen van mensen dien vinden dat je in een Moskee of Sjoel de mannen en vrouwen niet apart mag laten zitten omdat dit vrouwonvriendelijk en niet van deze tijd  zou zijn………
 
We moeten er voor waken dat niet alle tradities 1 voor 1 worden weggehaald. Die pijlers onder ons bestaan hebben we nodig om houvast te hebben aan wat het leven verder te bieden heeft. Net zoals we de tradities absoluut nodig hebben voor het voortbestaan van het Jodendom. Tevje zei het al in Fiddler on the roof:
Door onze tradities weet iedereen in ons dorp wie en wat hij is en wat G’d van ons verwacht.
 
Ik wens iedereen Sjabbat Sjalom.
 
Alex Waterman
6 november 2021

Simchat Thora 2021

Het lezen uit de Thora staat centraal in de dienst in de synagoge op Sabbath-ochtend, op de ochtenden van feest-en vastendagen en op sommige diensten in de middag. In de loop van één jaar wordt de gehele Thora uitgelezen en dan weer wordt de lezing van voren af aan begonnen. De Thora is verdeeld in 54 afdelingen, sederoth en soms worden twee afdelingen op éénzelfde Sabbath voorgelezen zodat dus toch na één jaar de gehele voorlezing van de Thora rond is.

De Thora bestaat uit de vijf boeken van Mosje. In het eerste boek van de Thora, Beresjiet geheten, waarmee we vandaag gaan starten, wordt verteld van de schepping van de wereld. Wie kent de eerste woorden uit de Thora niet? In het begin schiep G’d de hemel en de aarde. Verder wordt verhaald van de zondvloed, terwijl de lotgevallen van de drie aartsvaders Awraham, Jitschak en Jaäkov een grote plaats innemen. Aan het einde van Beresjiet wordt de geschiedenis van Joseef aan het hof van de pharao van Egypte verteld en dat de Joden zich in Egypte gingen vestigen.

Het tweede boek van de Thora, Sjemot, vertelt van de lotgevallen van de Joden in Egypte, van hun slavernij maar ook hun bevrijding uit de slavernij na de Tien Plagen en de doortocht door de Schelfzee (Rode zee vaak genoemd). Tevens vertelt de Thora van de wetgeving op de berg Sinaï en van de zwerftochten van het Joodse volk in de woestijn.

In het derde boek van de Thora, Wajikra, wordt gesproken over vele wetten die betrekking hebben op de priesterstam binnen het Joodse volk, de stam Levie en over de vele voorschriften die te maken hebben met de offers. Ook de bouw van de tabernakel, het heiligdom in de woestijn, wordt besproken.

In het vierde boek van de Thora, Bemidbar, wordt ingegaan op de zwerftochten van het Joodse volk in de woestijn, de opstand van Korach tegen Mosje, de botsingen met omringende volken, het optreden van de heidense ‘profeet’ Balak.

In het vijfde, laatste boek van de Thora, Debariem, wordt door Mosje ingegaan op de gebeurtenissen tijdens de veertigjarige zwerftocht door de woestijn en beschrijft de situatie van de Joodse volk vlak voor het binnentrekken van het Beloofde land.

Uiteindelijk eindigt alles met de dood van Mosje.

De man die het laatste stuk van de Thora voorleest heet de chatan Thora, de bruidegom van de Thora. Het is of er een symbolisch een huwelijk bestaat tussen de Thora en het Joodse volk. Het laatste gedeelte omvat onder andere het verhaal van de dood van Mosje. Daarbij wordt tevens vermeld dat G’d Mosje begraven heeft op een onbekende plaats. Zo worden bedevaarten naar de laatste rustplaats van een heilige of vooraanstaande figuur voorkomen. Als de chatan Thora het laatste stukje van de Thora heeft voorgelezen begint de chatan Beriesjiet, de bruidegom van het begin van de Thora de voorlezing van het begin van de Thora. De verhalen die betrekking hebben op de schepping van de aarde, van planten- en dierenwereld en van de mens.

Met het lezen uit de Thora op Simchat Thora wordt de cyclus van één jaar voorlezen uit de Thora beëindigd, met een droevige noot, namelijk met de dood van Mosje. Maar op dezelfde dag toont het Jodendom zijn optimisme om als het ware geheel opnieuw te beginnen en wel met het voorlezen van het allereerste begin van de Thora, de schepping van wereld, dier en mens. Er is dus niet alleen een slot aan het lezen uit de Thora maar ook steeds een nieuw begin.

Dat is namelijk een van de kernelementen van het Jodendom. Het optimisme om steeds weer opnieuw te beginnen. Het Jodendom heeft de eeuwen weten te trotseren. Het joodse volk heeft ondanks alles weten te overleven, niet alleen als cultuur en G’dsdienst maar ook als leefwijze, als volk, als groep,. Wij hebben dat optimisme allemaal geërfd. De mensen die de oorlog hebben overleefd hadden dat optimisme ook heel hard nodig. Het is een soort overlevingsdrang dat zich onbewust op de automatische piloot schakelt.

Laten we G’d danken dat we deze mogelijkheid in onze genen hebben meegekregen. En het zit echt in de genen…..anders kan het toch niet zo zijn dat onze families die de oorlog hebben overleefd – en tijdens die oorlog in veel gevallen alles zijn kwijtgeraakt – na de oorlog de draad weer hebben kunnen oppakken en zelfs nog vrolijke momenten hebben gekend? Hoe sterk moet je zijn om weer te kunnen lachen als jij als enige van jouw gezin bent teruggekeerd? Laten we daaraan ook denken als we met verlies te maken krijgen. En we hebben wellicht allemaal zoals we hier aanwezig zijn het afgelopen jaar met verlies te maken gehad. Verdriet, verwerken en weer doorgaan……..Denk altijd dat waar er een eind is er ook weer een begin moet zijn. Dat er een nieuw begin is zien we ook aan onze beide Chataniem. Kijk naar Max die samen met Ilana gaan genieten van hun leven als grootouders. En ik kan jullie uit ervaring vertellen dat dat leven heerlijk genieten is. Ik hoop oprecht dat jullie tot in lengte der dagen mogen genieten van Dinah bat Zwi ha Levi, jullie kleindochter. En kijk dan ook naar Yehuda die samen met Joyce niet lang gelden ook een gezinsuitbreiding hebben gehad van een lieve dochter. Ook zij staan aan het begin om een leven als gezin te gaan starten. Ook jullie wens ik veel voorspoed en geluk met jullie gezin.

Ik wens verder iedereen een heel positief jaar met veel geluk en gezondheid in het verschiet. En laten we hopen dat het komend jaar de Corona verschrikkingen zijn afgelopen en we met zijn allen weer terug kunnen keren naar het normale leven zonder beperkingen.

Omijn.

Alex Waterman

2 oktober 2021

Derasja Rosj haSjana 2021 – 5782

Schepping en koningschap

Rosj hasjana behoort tot de plechtige hoge feestdagen. In tegenstelling tot de vrolijke pelgrimsfeesten, welke vooral landbouwfeesten, oogstfeesten, zijn en daarnaast gekoppeld worden aan ons volksbestaan in het land, is Rosj haSjana het feest waarop de gehele wereld wordt geoordeeld en het lot over diverse zaken voor de komende jaren, of dan tenminste voor het nieuwe jaar, wordt besloten. Een groot deel van de beide dagen zijn we bezig in gebed en reflectie; voortdurend bevestigen we Gods koningschap en bestuur over de wereld. We spreken Hem aan met Malkeinoe, onze koning, maar ook met Awinoe, onze vader. Het drukt ons gevoel uit: dat we tenminste trachten ons aan Zijn wetgeving te houden en dat wij onze levens willen laten leiden door trouw te willen zijn aan Zijn woord.

De erkenning van Zijn koningschap herinnert ons ook aan voorbije tijden. Rosj haSjana, het begin van het nieuwe jaar, is de verjaardag van de schepping van het Al; et kol ha-olam: van GEHEEL de schepping en niet enkel van de hemel en de aarde: et hasjamajiem we-et ha-arets. Ergens in de gebeden stellen we dat ‘deze dag het begin is van Uw werken, de herinnering aan de eerste dag.’ In de Talmoed (RH 27a)leren we dat dit de opinie is van rabbi Eliezer, die berekende dat de schepping plaatsvond in de maand tisjri.

Echter is de betekenis van ‘Beriat ha-olam – schepping van het Al’ niet zo duidelijk als het lijkt. In de Talmoed (RH 31a) leren we dat op vrijdag het scheppingswerk werd afgerond en Hij toen over ‘hen’ heerste. Daarom lezen we ook psalm 93 op vrijdagavond, waarin dit verteld wordt. Rabbijn Gedalia Schorr legt uit dat God de rest van het Al schiep voorafgaand aan de schepping van de mens, op vrijdagmiddag. Alles stond al voor ons klaar toen wij als mensheid onze intrede deden. Adam en Eva komen in een ‘volledig ingerichte wereld’ aan. Tot die tijd was God weliswaar de heerser over heel de schepping, maar zijn koningschap krijgt pas inhoud bij de schepping van de mens: het moment van de vervolmaking van de schepping. Daarom zeggen we dat deze dag het begin is van Zijn Werken. Volgens rabbijn Schorr was het moment van de schepping van de mens het begin van de erkenning van God als heerser, als koning over het Al. Tot die tijd bestond de hele schepping – het hele universum, alle hemellichamen en alles wat erop en ertussen was te vinden – zonder dat de Schepper zich koning kon laten noemen.

Waarom begint Gods koningschap pas met de schepping van de mensheid en niet bij het begin van de eerste dag, op die eerste zondag 25 eloel, de eerste dag van het scheppingsverhaal? Dan zou het niet vandaag, maar afgelopen donderdag 2 september ’21 jom tov zijn geweest. De mens bezit rede, kan logisch denken (de meesten althans) en maakt keuzes. De mens kan kiezen welke weg hij of zij gaat. Hij kan Gods wegen kiezen en kan zijn gedrag richten naar de Wil van God. De mens kan er echter ook voor kiezen on God en Zijn Wil te negeren en uitsluitend zijn eigen wensen en behoeften te volgen; een weg volgen die niet in overeenstemming is met Gods voorschriften. God is een democratisch koning – Zijn rechtssysteem is wellicht wat ouderwets. Een dictator dwingt zijn onderdanen een bepaalde weg op. Een goede koning wordt door zijn onderdanen op de troon gehouden en gesteund in zijn leiderschap. Een koning heeft leiding zolang zijn onderdanen zijn heerschappij aanvaarden.

Voor de schepping van de mensheid waren er vele creaturen; er waren nog geen onderdanen. Echter had geen van die schepsels de mogelijkheid om God als hun heerser te erkennen of af te zweren. Goudvissen, antilopen en cyclamen doen dat gewoonlijk niet. Slechts de mens is in staat deze keus te maken, uit vrije wil.

Zo is Rosj haSjana niet enkel de verjaardag van de schepping, of van de mens. Het is tevens de verjaardag van de start van Gos bewind over de mensheid. Wanneer wij Zijn heerschappij accepteren, erkennen we dat Adam en Eva de eerste koninklijke onderdanen waren. Met Rosj haSjana bevestigen we de keus die Adam en Eva reeds maakten, ondanks dat verboden-vrucht-verhaal. Sindsdien staat God met Zijn oordeel tegenover ons. Met de acceptatie van God als onze koning erkennen we ook dat we alle handelingen die we verrichtten en die niet in overeenstemming waren met de Goddelijke Wil, geen muiterij tegenover het Goddelijke Gezag waren. Van nature zijn we God toegenegen, de mens is van nature goed; het waren momenten van zwakte in onze toewijding; we waren ongeduldig en gaven toe aan onze verkeerde nijgingen, de jetzer hara, tegen ons betere oordeel van de jetzer hatov in. We wegen nou eenmaal soms af of verkeerd gedrag niet tóch lonender is dan goed oppassen. Een verboden vrucht is nu eenmaal voor veel mensen erg lekker, in ieder geval erg spannend. Door God te aanvaarden als onze koning vragen we God ons weer een jaar te gunnen; we verlangen er immers naar loyaal te zijn, zoals we dat eigenlijk telkens hebben geprobeerd. Onze zonden en overtredingenwillen we door God niet beoordeeld zien als daden van opstandigheid maar als fouten die we betreuren. Ons verstand wil ons steeds weer inprenten de fouten in ons gedrag niet te herhalen; onze emoties trekken ons echter van tijd tot tijd weer in de fout. We vragen steun dit te weerstaan, maak ons sterk – hajom ta’amtzeinoe – zeggen we aan het eind van de Moesafdienst, om beter met elkaar om te kunnen gaan en om sterker te staan in onze traditie. We willen goeden Joden zijn, goede mensen zijn.

Een nieuw jaar is gekomen. We hebben al dan niet goede voornemens en proberen ons ten opzichte van de ander een beetje beter, aardiger, toleranter, hulpvaardiger, geduldiger op te stellen dan we voorheen deden. Soms zal het lukken, soms zullen we weer vervallen in oud en vertrouwd gedrag. Vandaag zijn we ons hiervan wat extra bewust. Laten we hopen dat ons deze dagen van inkeer, van tesjoewa, vanaf nu tot eind Jom Kipoer een betere mentsj zullen maken. Mogen we allen ervaren dat het komende jaar een jaar zal worden van minder fouten onderling, van dienstbaarheid aan elkaar, van versterkte Joodse traditie, van leven, gezondheid, levensonderhoud, geluk en zegen. Dat wens ik u en mezelf en kol klal Jisrael toe.

Sjana tova.

Matot Masee 2021

Laat ik vandaag beginnen met te zeggen dat het me echt deugd doet om jullie allemaal weer in levende lijven te kunnen zien en niet, zoals de afgelopen anderhalf jaar alleen maar via zoom. Laten we met zijn allen bidden dat het ook zo kan blijven en dat we na de zomervakantie gewoon door kunnen gaan met het in levende lijve bezoeken van de Sjoeldiensten.
 
Vandaag lazen we de laatste 2 sidrot van Bemidbar. De voorlaatste Matot en de laatste sidra Masee. In deze sidrot voert Israël een oorlog tegen Midjan. Aan de stammen van Ruben, Gad en de helft van Menasse worden de Trans-Jordaanse gebieden gegeven op voorwaarde dat zij volmondig deelnemen in de gevechten om het land Kanaän te veroveren. De tochten van het volk gedurende de veertig jaren in de woestijn worden samengevat en de grenzen van Kanaän worden vastgesteld. De wetten betreffende het per ongeluk doden van een medemens en de asielsteden worden beschreven
 
Naast het opschrijven van een groot aantal feiten stellen de sidrot Matot-Masee  ook heel veel vragen;
–          over de rol van de vrouw;
–          de verplichting om belasting te betalen;
–          hoe je oorlog moet voeren en hoe je je dan moet gaan gedragen;
–          over de rol van gerechtigheid en wat de rechten zijn van de benadeelde of het slachtoffer en de familie;
–          over het bezit van land en eenieders persoonlijke verplichting een rol te spelen ten behoeve van het algemeen belang.
 
En aldus eindigt Bemidbar: Het volk van Israëls staat rustig bij de grens van het land Israël. Dit is het dan. Hun veertigjarige zwerftocht is voorbij en zij bereiden zich voor om hun toekomst onder ogen te zien. Maar om vooruit te kunnen kijken, moeten zij eerst terug kijken. Want ook hier gaat het spreekwoord op: Er is geen toekomst zonder een verleden. Een spreekwoord die met name in de huidige maatschappij en in deze tijd eigenlijk heel actueel geworden is. Je kunt beelden weghalen, namen veranderen, verhalen uit de geschiedenisboeken weghalen. Maar daarmee verander je de geschiedenis niet. Die geschiedenis vormt de basis van wie wij vandaag zijn. Uiteraard in de context van de normen en waarden uit die tijd. 
 
Daarnaast valt er volgens mij nog iets anders op in deze samengevoegde parashot. Het gedeelte van Masee bediscussieert de onderwerpen die betrekking hebben op het perfectioneren van het lichaam.
In Matot behandelt de Thora de mitswot die bedoeld zijn om ons zelf te ontwikkelen en te perfectioneren. Bijvoorbeeld de regels die gericht zijn op het afleggen van een officiële eed of belofte, zij bevat tevens de waarschuwing om alle woordelijke uitspraken in ere te houden, “kekol hajotsé mipien ja’asè,” “precies dat wat over zijn lippen is gekomen heeft hij te volbrengen”. Ofwel wat je beloofd dat moet je ook doen. Ik kom hier straks nog op terug.
 
Afgelopen zondag 4 juli was de onthulling van de Matseiwe op het graf van Bernhard of eigenlijk op de graven van Bep en Bernhard die vorig jaar herenigt zijn.
 
En als je denkt aan Bernhard, dan denk je aan de drijvende kracht achter het joodse leven in de polder, oprichter van het NIG Almere en Masorti Almere/Weesp. Een man die na de gruwelijkheden tijdens de Sjoah na de oorlog terugkwam met maar 1 heilige opdracht. Bewijzen !!!!!! Bewijzen dat de Nazi’s niet hun zin kregen. Bewijzen dat er nieuw Joods leven mogelijk was. Bewijzen dat je vanuit een onmetelijk verdriet nieuw geluk kan vinden. Rabbijn Stiefel zei het zo treffend: Bernhard was zoals een harde onbreekbare tak of stok. En dat was ie zonder de zachte inborst die hij bezat te verdringen. Oftewel een groot mensch met een heel klein hartje. Nog altijd wordt ie zeer gemist. Uiteraard binnen zijn familie maar ook erg binnen onze kehilla.
 
De waarschuwing waar ik het zojuist over had “kekol hajotsé mipien ja’asè,” wat je beloofd moet je ook doen zou ik nog op terugkomen. En wat je belooft moet je ook doen. Deze uitspraak doet mij denken aan een belofte die in het verleden gedaan is en die eigenlijk tot op vandaag door omstandigheden nog niet is ingelost. Ik denk terug aan het jaar 2007. Om precies te zijn 30 juni 2007. Dat was de dag dat ik hier op deze zelfde plek stond. Inmiddels 14 jaar geleden. Ik weet dat zo goed omdat dat een speciale dienst was ter ere van de 70ste verjaardag van Bernhard.
 
Ik sprak toen over de overeenkomst tussen Rav Aron Shuster (een bekende Rabbijn in het vroegere Amsterdam) en Bernhard. De overeenkomst namelijk dat naar allebei een Sjoel vernoemd is. Wij waren toen als bestuur namelijk van plan om deze Sjoel te vernoemen naar Bernhard. Om redenen die ik hier niet specifiek zal noemen is dat destijds helaas niet door kunnen gaan.
 
De belemmeringen echter die er toen waren zijn inmiddels, 14 jaar na dato, niet meer aanwezig en dus ben ik echt verheugd om namens het bestuur te mogen aankondigen dat deze Sjoel vanaf vandaag voor de Masorti  Kehilla Almere/Weesp door het leven zal gaan als de Bernhard Cohen Sjoel. We gaan hier op korte termijn een nieuw naambord voor laten maken.
 
Ik wens iedereen een hele fijne vakantie, veel gezondheid en Shabbat Shalom.
 
Omijn
 
Alex Waterman
10 juli 2021 /  1 Tammoez 5781

Kedosjiem 2020

De dubbele sidra Acharee Mot-Kedosjiem begint met het beschrijven van de wetten die betrekking hebben op het wegsturen van de zondebok op Yom Kippoer. Daarna volgen wetten over verboden sexuele relaties. Het begin van Kedosjiem beschrijft wat vereist is om heiligheid in het leven na te streven. Dit omvat ethische regels en het vermijden van Moloch, heksen en tovenaars.
 
De vraag die daarbij natuurlijk wel in je opkomt is: “Wat is heiligheid of heilig dan precies.”  Aan de basis van het antwoord aan deze vragen ligt het wezenskenmerk van heiligheid: heiligheid is een eigenschap van Hasjeem. En de opdracht aan ons is dat wij ons moeten gedragen zoals Hasjeem dat doet. Wij hebben tenslotte het vermogen gekregen om gelijk te zijn aan Hasjeem .
 
De boodschap en de opdracht van deze sidra Kedosjiem, is bestemd voor elke individuele Jood. De mitswa om “heiligheid na te streven” gold dus niet slechts voor Mosjé of voor de Kohaniem, maar voor heel het volk Israel, voor alle joden. Het is een compleet arsenaal van wetten en voorschriften. Het gaat om de offerdiensten, familierelaties, verplichtingen tegenover de armen, handel drijven enzovoorts. De heiligheid moet herkenbaar zijn in elk aspect van het dagelijkse leven. Een belangrijke zin die we in dit verband lezen is: Zweer niet bij Mijn naam voor iets dat een leugen is, waardoor je Mijn naam zult ontwijden. Dit werd de basis voor de zogenaamde Joden eed. De eed die Joden in de Middeleeuwen moesten afleggen als ze in het gerechtshof moesten getuigen omdat de gezaghebbers de Joden niet op hun woord wilden geloven vanwege het Kol Nidrei welke op ingaande Yom Kippoer gezegd wordt en waarop alle afgelegde eden ongedaan worden. De oorsprong van deze eed was in de Byzantijnse tijd bedacht door Keizer Justinianus in het jaar 531.
Diezelfde eed was ook in gebruik in het rijk van Karel de Grote (814-742) en bij gezaghebbers honderden jaren na hem.
 
Terug naar onze Sidra van vandaag. De regels en wetten die gegeven worden in onze sidra hebben dus betrekking op recht doen en onderscheid maken. U zult heilig zijn, staat er geschreven, zoals Ik heilig ben, zoals Ik u hebt onderscheiden van alle andere volkeren. Heilig zijn betekent dus ook afzonderen, onderscheid maken, eigen oordelen vormen, grenzen stellen, categorieën bepalen. In Kedosjiem leren we dat als wij deze blauwdruk niet volgen en de rechtvaardige samenleving die daarin is voorzien niet scheppen, wij onze rechten verliezen in het land zodat de maatschappij, de bomen en vruchten verloren zullen gaan.
 
Heiligheid en rechtvaardigheid zijn dus in wezen hetzelfde. Wij verdienen het eten van de vruchten van de bomen alleen door een rechtvaardige samenleving te scheppen en in stand te houden. En als onze samenleving geworteld is in rechtvaardigheid en heiligheid hebben we niet alleen de bomen en vruchten voor onszelf geplant, maar ook voor onze kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen.
 
Tot slot wilde ik langs deze weg onze leden dank zeggen voor hun deelname aan onze zeer geslaagde Jom Ha’atsma’oet virtuele bijeenkomst van afgelopen woensdagavond. Het gezegde luidt niet voor niets “je gaat dingen pas missen op het moment dat je het niet meer hebt”
 
Omdat we niet meer met zijn allen bij elkaar kunnen komen is het echt heel belangrijk om op deze virtuele manier elkaar te blijven ontmoeten. Wij mensen zijn naast heilig (zoals we in Kedosjiem hebben kunnen lezen) ook sterk en veerkrachtig. En daarom kunnen wij het volhouden om niet meer te kunnen gaan en staan waar we willen. En hoe langer we dit volhouden hoe meer kans we hebben elkaar op termijn weer te kunnen zien spreken maar dan weer life en niet virtueel.
 
Ik wens iedereen een Sjabbat Sjalom en heel veel sterkte in deze lastige tijd.
 
Blijf gezond en let een beetje op elkaar.
 
Omein

Korach 2020

Morgen lezen we parashat Korach.
Maar wie is Korach eigenlijk, of beter gezegd wie was Korach eigenlijk?
Korach blijft voor altijd het prototype van de demagoog die de volksmassa behendig weet te manipuleren. Zijn argumenten zijn schijnbaar redelijk en rechtvaardig, maar blijken vals en rampzalig te zijn.
Korach lijkt op te komen voor een edele zaak. Hij is de dappere voorstander van een meer democratische samenleving. Hij richt zich tot Mosje en Aharon met de woorden: “U matigt u te veel aan. Alle leden van de gemeenschap zijn heilig en in hun midden is de Almachtige. Waarom verheft u zich dan boven de gemeente van de Almachtige?” Terwijl Mosje het hele volk de opdracht geeft “jullie moeten heilig zijn” zegt Korach dat alle leden van de gemeenschap al heilig zijn. Hij propageert de “volksdemocratie”. Hij maakt iedereen gelukkig. Hij voert een campagne tegen het nepotisme van Mosje die zijn broer Aharon als hogepriester aanstelt. Korach is tegen machtsconcentratie aan de top. “U matigt u te veel aan”.
 
Hij haalde zonder twijfel een goede pers. Als er toen al kranten geweest zouden zijn dan zouden die vast en zeker zeer lovend hebben bericht over Korach. Hij was namelijk ontzettend Charismatisch. En daar zat ook natuurlijk het grote gevaar. Het is namelijk oh zo gemakkelijk om het Charisma dat een persoon bezit aan te wenden om zichzelf te verrijken of om anderen nadeel te berokkenen. Er zijn in onze huidige tijd of recente geschiedenis namelijk zat mensen die, net als Korach in zijn tijd, een geweldige pers hadden en heel erg Charismatisch waren maar tegelijkertijd hele slechte bedoelingen hadden. Het grote gevaar dat dan op de loer ligt is dat de maatschappij er veel te laat achterkomt. Vaak is dan het leed al geleden en het grootste deel van het kwaad al geschiedt. Dat zijn dan weer de nadelen van een democratie. Een democratie geeft namelijk iedereen de ruimte om de eigen denkbeelden naar voren te brengen. De vraag is dan ook gerechtvaardig om te stellen of je dat als volk, als land, als natie wel wil. Het geeft namelijk ook ruimte aan je tegenstanders. Ik denk dat dat ook goed is. Geef je die ruimte immers niet dan geef je diezelfde tegenstanders de mogelijkheid om ondergronds te gaan en het nadeel daarvan is natuurlijk dat je ze niet meer ziet. Geen open vizier meer. Bij Korach was het zo dat hij zei te spreken namens de meerderheid. Ook dat zie je tegenwoordig dan ook veel gebeuren. Alleen als je dat gaat onderzoeken op feitelijkheden dan blijkt de meerderheid er toch anders over te denken. 
 
Korach kwam zelfs met voorbeelden. Een heel bekend voorbeeld van wat Korach noemde was het verhaal van de weduwe met haar 2 dochters. Volgens Korach moest dat verhaal juist aantonen hoe Aäron en Mosje de mensen onderdrukten.
 
“In mijn buurt”, zo vertelde Korach, “leefde er een weduwe met twee dochters. Ze bezat een veld waarvan de opbrengst precies voldoende was om van te kunnen leven. Maar telkens wanneer deze vrouw probeerde op haar veld te ploegen, te zaaien of te oogsten, kwamen Mosje en Aäron om haar te beletten haar activiteiten te verrichten omdat het verboden zou zijn volgens de wetten van de Tora, of ze kwamen om belastingen te innen”.
Korachs campagne combineerde een oproep tot democratisering, een wild opruien van de armen en volgens de Talmoed een lastercampagne, waarin Mosje ervan beschuldigd werd een immoreel leven te leiden.
Toen Korach geen argumenten meer wist te vinden, nam hij zijn toevlucht tot geweld. En aan het eind faalde hij. Wat uiteraard te voorspellen was.
 
Deze parasha leert ons dat je als maatschappij, als volk nooit onderuitgezakt kan gaan zitten omdat de democratie toch wel zijn werk doet. Je moet jouw tegenstanders een podium geven. Je mag een tegenstander nooit verbieden om zijn mond open te doen. Wij hebben hier de vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel staan. Dat betekent dus ook dat meningen van andersdenkenden de ruimte moeten krijgen. Te vaak zie je dat men probeert om mensen met andere meningen monddood te maken. Zelfs op onze universiteiten. Dan mogen ze niet meer op televisie of dan mogen ze niet worden uitgenodigd voor een lezing. Alsof die andere mening dan verdwijnt……….Nee dat doet het niet. Als je geen argumenten meer wil uitwisselen dan gaan de partijen hun toevlucht zoeken in geweld. Ook dat heeft Parasha Korach ons geleerd.
 
Laten we daar maar eens over gaan nadenken.
 
Tegen iedereen wil ik zeggen: Blijf gezond en let een beetje op elkaar.
 
Ik wens iedereen Sjabat Sjalom.

Overlijden Bernhard Cohen

Een bijzondere man is niet meer. Op 82 jarige leeftijd is onze ere-voorzitter van Masorti Conservative Kehilla Almere/Weesp, Bernhard Cohen, Shmuel ben Benjamin Ha Cohen van ons weggegaan op weg naar zijn lieve Beppie die hij de afgelopen jaren sinds haar heengaan zo vreselijk heeft gemist. Ik zeg opzettelijk een bijzondere man want dat was ie. Ontwapenend bijzonder. Kwaad kon ik nooit op hem worden. Ein Mensch, Een Jehoeda onder de Jehoediem. Ofwel een jood onder de joden die zo verlangd heeft naar de Amsterdamse gezelligheid. In de Zestiger en Zeventiger jaren is de Bernhard actief lid geweest van diverse Joodse verenigingen in Amsterdam. Bijv. Beth Ami in Amsterdam waar hij zijn Beppie en mijn 2 broers heeft leren kennen…….Altijd trachtend steeds meer mensen er bij te betrekken. Ook in Den Bosch waar hij een aantal jaren heeft gewoond, en  tijdens zijn jaren in Israël, is hij steeds bezig geweest om die Amsterdamse gezelligheid in de beleving van het Jodendom sterk naar voren te brengen. Bernhard was sinds jaren de drijvende kracht achter het opzetten en het organiseren van de joodse gemeenschap in Almere. In de Negentiger jaren heeft hij samen Maurice Krant zaliger het NIG Almere opgericht. Daarna heeft hij als initiatiefnemer op 1 december 2000 de stichting Joodse Gemeenschap Flevoland opgericht. En daarop volgend de Masorti Conservative Kehilla Almere/Weesp. Hier is hij benoemd tot ere-voorzitter.
 
Ik kende Bernhard al vele jaren. Soms dacht ie zelfs dat ik bij het gezin hoorde als hij Sandra, Nicky en mij een zoveelste mail stuurde waarin hij ons zei (hij vroeg het niet) wat wij moesten doen in een bepaalde situatie en dan eindigde hij met “jullie pappie”.Maar ik heb Bernhard vooral leren kennen als iemand die maar zeer moeilijk nee kon accepteren. Altijd op zoek naar dat ene kleine mogelijkheidje om ja te krijgen. Soms kan je het hebben en soms kan je het niet hebben maar Bernhard was niet iemand waarop je makkelijk kwaad kon worden. Daarom noemde ik hem ook ontwapenend bijzonder.  En soms kon hij heel goed relativeren……zoals die keer dat ik vlak voor pesach met een flinke woordenwisseling wegliep uit Sjoel en hij mij alleen maar achterna riep : “vergeet je doos Matzes niet”……dan vloeit die boosheid snel weg……..
 
Mensen worden geboren en gaan ook uiteindelijk dood. Zo kennen wij een uitspraak die zegt: „Men wordt geboren om te sterven”. In de joodse visie, gebaseerd op Thora en traditie, is de dood niets anders dan een overgang van de ene naar de andere wereld. Wij zijn slechts tijdelijk op deze wereld gezet. ‘Wij zijn alleen op doorreis. In dit verband bestaat er een anekdote over een groot man die leefde in Litauwen in het stadje Radin. Deze man is overleden in 1933 op vijf en negentigjarige leeftijd en stond alom bekend als een grote Tsadiek – een rechtvaardig mens – Zijn naam was Jisroël Meier Kagan Hacohen. Deze grote man kreeg een keer bezoek van een Amerikaanse jood die speciaal uit Amerika overgekomen was om hem te ontmoeten en te leren kennen. Hij had tenslotte zoveel horen vertellen over deze grote Tsadiek dat hij hem persoonlijk moest ontmoeten. Na afloop van het gesprek zei hij: Mag ik U een persoonlijke vraag stellen? Toen vroeg hij: „Ik zie hier in uw huis praktisch geen meubelen. Behalve een paar armoedige stoelen en een kleine tafel en wat spijkers aan de muren om de kleren aan op te hangen, zie ik hier geen meubilair.” Toen vroeg deze Tsadiek: „En waar zijn uw meubelen?” De Amerikaan antwoordde, maar heel erg verwonderd natuurlijk over deze vraag: „Maar ik ben hier toch maar gewoon op doorreis en dan laat je je meubelen toch gewoon thuis. Die neemt toch niemand met zich mee op reis.” „Ik ook,” zei de Rabbi, „ik ben hier op deze wereld ook slechts op doorreis.”
 
Shmuel ben Benjamin Ha Cohen is niet meer hier. Althans niet meer in stoffelijke vorm. Van binnen in ons hart blijft hij altijd. Afscheid nemen doen we elke dag, diverse malen, maar dan met de wetenschap dat het afscheid tijdelijk is. Veelal zien wij elkaar dezelfde dag nog terug. Een afscheid zoals vandaag valt ons zwaar en stemt ons tot verdriet. Verdriet om het onbekende. Maar binnen onze Joodse traditie is ook dit afscheid een tijdelijk afscheid. We zien elkaar altijd terug. Net zoals jij, Bernhard, nu ook jouw Beppie en alle andere familieleden die zo wreed van jou vandaan werden gerukt in de tweede wereldoorlog, weer terugziet. Dat sterkt ons altijd weer
 
Want naast de sterkte, de veerkracht en de traditie leert ook ons geloof ons om te gaan met het wegvallen van onze dierbaren. Ons geloof sterkt ons in de gedachte dat het slechts een overgang is naar een andere wereld. De opdracht in deze wereld is vervuld en de nesjamma kan terug naar G’d. Het werk is gedaan. Een nieuwe opdracht zal worden aanvaard. Van binnen verandert er niets en vergeten doen we nooit en te nimmer. Ein Mensch …….. dat was ie en dat blijft ie in onze herinnering.
 
Sandra, Nicky, Lidio, Liesan, Noa, Sem en Zwi…… Namens het bestuur en alle aangeslotenen van de stichting Joodse Gemeenschap Flevoland, Masorti Conservative Kehilla Almere/Weesp en ook namens het bestuur van Masorti Nederland en Masorti Europa wens ik jullie enorm veel kracht en sterkte bij de verwerking van dit verlies. Blijf gezond. Omijn.
 
“Tehi nisjmato tseroera bitsror hachajiem” – Moge zijn ziel gebonden worden in de bundel van het eeuwige leven.

Tarzia Metsora 2020

Morgen lezen we een dubbele sidra. We lezen in Tazria het verhaal waarin de conceptie, geboorte, reinheid en onreinheid een grote plaats innemen. Ook wordt verteld dat bij de geboorte het leven en de dood dicht bij elkaar liggen. Sommige van de vrouwen hier aanwezig hoef ik dat natuurlijk niet uit te leggen. Gedurende de weeën lijden de meeste vrouwen zoveel, dat zij het gevoel hebben niet ver van de dood te staan. Daarom moeten zij na de bevalling ook gomeel bensjen. Daarin danken zij Hasjeem op dezelfde manier waarop men Hasjeem dankt na een ernstige ziekte en confrontatie met de dood. Ook wordt uitgelegd wanneer de vrouw haar reine dagen heeft en wanneer zij onreine dagen heeft.
In Metsora wordt er een verband gebracht tussen melaatsheid, als straf van G’d en Lashon Ha-ra, kwaadsprekerij. De term Lashon Ha-ra omvat zowel laster als roddel en verklikking en alle andere vormen van schade die door woorden kunnen worden veroorzaakt aan het individu en de gemeenschap.
 
Mirjam die over Mosjé roddelt, wordt prompt door melaatsheid bezocht. Dit is één van de vele plaatsen geciteerd door de rabbijnen om het directe verband aan te duiden tussen enerzijds de persoon die roddelt en zijn verhalen vertelt in de veronderstelling dat niemand de bron van deze roddel zal ontdekken en anderzijds zijn rechtvaardig verdiende straf, namelijk melaatsheid. Een ziekte die niemand kan verbergen. De joodse traditie ziet in roddel en laster een dodelijk wapen en spaart geen woorden om ze te veroordelen. De Talmoed stelt het spreken van lashon ha-ra gelijk met bijv. moord. Namelijk karaktermoord.
Er zijn in dit geval geen winnaars maar alleen verliezers.
 
In deze tijd waarin het hoofdthema Corona is, en waarin er eigenlijk een nieuw soort leven staat en maatschappij normaal begint te worden beseffen we ons eens te meer dat reinheid (zoals ook in Tazria geschreven staat) kan voorkomen dat anderen besmet worden. Hoe meer wij ons houden aan de voorschriften die door onze overheid worden uitgevaardigd hoe meer wij onze zorg ontlasten. En het wordt steeds moeilijker dat beseffen wij ons met zijn allen. Het is mooi weer buiten. Iedereen heeft lentekriebels en toch kunnen we niet doen wat we graag zouden willen doen. Onze kinderen en kleinkinderen knuffelen….onze vaders en moeders, opa’s en oma’s knuffelen.
 
Voor onze kehilla betekent het ook dat diverse evenementen geen doorgang konden en kunnen vinden. De seider hebben we alleen in familiekring en niet samen met de hele kehilla kunnen vieren, ons poerimfeest kon niet doorgaan. Sjoeldiensten die geen doorgang meer kunnen vinden voorlopig. En met dat laatste mis je ook het contact met de andere leden van de kehilla. Na afloop van de Sjoeldienst, tijdens de kiddoesj werd er veelal gezellig gekletst, kopje koffie gedronken, wat genasjt……… dat is namelijk ook de functie van een gemeenschap. En dat mis ik wel. Ik neem aan dat jullie dat allemaal wel missen.
 
Volgende week woensdag is het Yom Ha’atsma’oet. Onafhankelijkheids dag van de staat Israel. Op 5 Ijar 5708 werd door David Ben Gurion in Tel Aviv de onafhankelijkheids verklaring van Israel voorgelezen, waarmee de staat Israel werd opgericht. 72 jaar geleden. Temidden van de herdenkingsdagen Yom Ha’Shoa en Yom Hazikaron valt deze feestdag. Het grijpt allemaal op elkaar in. Yom Hashoa herrinnert ons wat het ons joden heeft gekost om te moeten leven zonder de bescherming van de staat Israel en Yom Hazikaron herrinnert ons wat het ons heeft gekost om de staat Israel te moeten beschermen. En beide herdenkingsdagen hebben 1 heel groot thema: “Dat nooit meer”
 
En volgende week woensdag tijden Yom Ha’atsma’oet gaan wij als kehilla gewoon gezellig bij elkaar komen…….niet fysiek……maar virtueel.
De moderne techniek stelt ons ook nu in staat om een kop koffie samen te drinken. U ontvangt binnenkort een link via de mail en we zullen de link ook in deze facebookkehilla plaatsen. Als u die link aanklikt op uw tablet of laptop of pc dan komt u in een virtuele omgeving waarin we gezellig een uurtje met elkaar kunnen kletsen. Gewoon elkaar weer even zien en horen. Wij vinden dat heel erg belangrijk en ik hoop dat u dat ook belangrijk vindt. En vooral dat u het leuk vindt om mee te doen.
 
Tot slot wilde ik graag namens het bestuur Koning Willem Alexander van harte feliciteren a.s. maandag met zijn 53ste verjaardag. Nog veel jaren in gezondheid voor u en uw familie.
 
Ik wens jullie allemaal Sjabbath Sjalom en het bestuur hoopt jullie allemaal 29 april te begroeten in onze virtuele samenkomst.
 
Blijf gezond……..en pas een beetje op elkaar
 
Omein

Wajechi 2020

Toen ik begon met het schrijven van deze derasja dacht ik: nou er gebeurt zoveel op dit moment, de woorden rollen volgens mij achter elkaar zo het papier op. Maar heel gek, niets was minder waar, 2 uur later zat ik nog steeds naar een stuk blanco papier te kijken. Want waar moet je in hemelsnaam nou beginnen. De hele wereld discussieert over de situatie in het midden Oosten. Joden komen in de diaspora hoe langer hoe meer onder vuur te liggen. Aanslagen op Joden in New York, het Duitse Halle, Berlijn, Parijs, Californie, Pittsburgh, Brussel. En dan heb ik het alleen over de afgelopen 2 jaar.  Leiders van landen zoals bijv. Iran die blijkbaar ongestraft mogen zeggen dat ze Israel van de kaart willen vegen, Jeremy Corbin die gewoon met Hamas leiders op de foto kan staan en openlijk allerlei Antisemitische uitlatingen kan doen en daarna nog ontvangen wordt door Lodewijk Asscher. Het is nu zelfs zover dat Joden niet met een keppeltje op over straat kunnen maar een baseballcap moeten dragen om niet beschimpt te worden door onze medelanders. Het is echt pijnlijk als Nederlandse parlementariërs die, gespeend van enig historisch besef gewoon maar mogen roepen dat Israel een racistische staat is en dat ze aan landjepik doen. Zeer hoopgevend vond ik daarentegen het interview dat Gert Jan Segers en Joel Voordewind van de Christen Unie gaven in het NRC. Als reactie op de uitlatingen van Sjoerd Sjoerdsma van D66 en Sadet Karabulut van de SP die stelden dat het logisch was dat de Palestijnse leiding aan de Christen Unie de toegang weigerden omdat zij te kritisch waren t.o.v. de Palestijnen. Overigens wilde ik dat zij hetzelfde zouden zeggen toen Lydia de Leeuw van de BDS de toiegang tot Israel werd geweigerd maar dat terzijde……. Segers en Voordewind schreven: “Marokko bezet de Westelijke Sahara en China bezet Tibet en de wereld zwijgt in alle talen. Maar wie over die bezettingen zwijgt en wel klaagt over Israël, en ons onze vriendschap met dit land kwalijk neemt, die heeft andere motieven dan het opkomen voor mensenrechten van de Palestijnen.”. Welke andere motieven zij bedoelen hoef ik u niet te duiden.
 
Wat wrang dan dat met al dat dood en verderf van de aanslagen die ik in het begin noemde de Parasja van deze week, Wajechi, het laatste deel van Bereisjiet, “en hij leefde” betekent.
 
Gedurende de zeventien jaren dat Jaäkov in Egypte leefde, moet hij genoten hebben van de comfortabele levensomstandigheden in dat deel van Egypte dat hem door Farao werd gegeven. Hij moet ook genoten hebben van de aanwezigheid van zijn kinderen en kleinkinderen die dicht bij hem woonden. Ook genoot hij zeker van zijn sociale status. Hij kon zich terecht beroemen op de verwezenlijkingen van ,,mijn zoon de topambtenaar van het land”. Niettemin was hij met dit alles slechts Jaäkov. Hij was even niet meer Israel: niet meer de grote held, voorbeeld en aanvoeder. Even niet meer de debater met G’d en met de mensen. Het naderende einde van zijn leven brengt hem echter uit zijn genoeglijke zelfvoldaanheid. ,En het ogenblik dat hij zou sterven, naderde”. Wanneer vervolgens Jaäkov terugdenkt aan zijn eigen leven en zijn eigen land, wordt hij plotseling opnieuw Israel.
Na zeventien jaar als Jaäkov is hij weer Israel wanneer hij zijn zoon Joseef smeekt: ,lk bid je, begraaf mij niet in Egypte!”
Hij laat Joseef zweren dat hij hem zal begraven in de spelonk Machpela, de begraafplaats van Adam en Chava, Awraham en Sara, Jitschak en Rivka.
Jaäkov verlaat deze wereld op de leeftijd van 147 jaar. Een enorme begrafenisstoet begeleidt zijn baar van Egypte naar zijn laatste rustplaats in Chevron, zoals Joseef zijn vader heeft beloofd. Na zijn dood zijn de broers bezorgd dat Joseef nu op hen wraak zal nemen. Maar Joseef stelt hen gerust, en belooft zelfs hun en hun families te zullen blijven ondersteunen. Joseef leeft de rest van zijn jaren in Egypte. Vóór zijn dood voorspelt Joseef zijn broers (hij had blijkbaar nog een laatste droom) dat G’d hen uit Egypte zal verlossen. Hij laat hen zweren dat zij zijn lichaam dan uit Egypte zullen meenemen. Joseef overlijdt op de leeftijd van 110 jaar en met het balsemen van Joseef eindigt Sefer Bereisjiet, het eerste van de Vijf Boeken van de Tora.
 
Het eind maar tegelijkertijd het begin. Want volgende week starten we met Sjemot, Het vertelt het verhaal van het vertrek van het Joodse volk uit Egypte naar het Beloofde Land Israel. En nu, duizenden jaren later zijn we daar nog steeds over aan het vechten. En nu, duizenden jaren later, zijn er nog steeds mensen in de wereld die twijfelen of Israel wel het land van de Joden is. En nu, duizenden jaren later zijn het nog steeds groepen die met droge ogen beweren dat er voor 1948 geen Joden woonden in Israel. En die vinden dat de staat Israel moet verdwijnen. En aan het begin van dit nieuwe jaar in de westerse jaartelling kan ik alleen maar weer hopen en bidden dat ook die mensen uiteindelijk het licht zullen zien. En op deze dwaling zullen terugkomen. IJdele hoop? Wellicht….maar zegt het spreekwoord niet: “zonder hoop vaart niemand wel”?
Daar hou ik me dan maar aan vast.
 
Ik wens iedereen Sjabbat Sjalom.
 
Sjabbat Sjalom
Alex Waterman
14 Tewet 5780 / 11 januari 2020

Beha’alotecha 2020

Morgen lezen we beha’alotecha en deze parasha opent met het aansteken van de Menora in de Misjkan. Elke dag, tegen de avond, moest de Menora aangestoken worden door een priester – overigens niet per sé een Hogepriester –, waarna deze moest blijven doorbranden tot de volgende ochtend. En om even een voorstelling te maken:  De Menora stond aan de zuidkant van de Misjkan, tegenover de Tafel met de 12 toonbroden erop, die aan de noordkant stond. Rechts van de Menora stond het kleine, gouden Altaar waarop elke dag wierook werd gebrand. Links van de Menora begon de Aron Hakodesj. Alles wat in het Heiligdom gebeurt wordt in de Joodse traditie met een sfeer van heiligheid en bovennatuurlijke elementen omgeven. Zo liet Hasjeem, voorafgaand aan de bouw van het Heiligdom, Mosjé een beeld zien van de Menora: ‘Naar het (voor)beeld dat aan Mosjé getoond had, zo had hij de Menora gemaakt.
 
Waar had Hasjeem dat dan aan Mosjé laten zien? In Sjemot staat te lezen: ‘Kijk en maak naar de vormen die je getoond zijn op de berg.’ Maar, niet alleen het bouwplan van de Menora werd aan Mosjé op de berg getoond. Een hemels bouwplan van het hele Heiligdom en zijn voorwerpen werd aan Mosjé op de berg Sinaï getoond: ‘Ze zullen Mij een Heiligdom maken, en Ik zal in hun midden wonen. Naar alles wat Ik je zal tonen – de vorm van de Misjkan en de vorm van al haar voorwerpen  – zo zullen jullie het maken.
 
Een ander onderdeel in deze parasha is de lofspraak die Moshé krijgt. Moshé, een groot en bescheiden man. Zoals zoveel mensen in onze geschiedenis juist groot en bescheiden waren.  Is het niet zo dat, kijkend in de geschiedenis van de mens, de meest nederige mensen juist het grootst zijn geweest?
 
Ieder persoon heeft een unieke rol in de ontwikkeling van de wereld. Ongeacht wie hij is, ongeacht wat hij doet, elk persoon heeft een unieke taak waarmee hij helpt de wereld tot perfectie te brengen. Natuurlijk, verschilt dit van persoon tot persoon. De één voelt de plicht in het worden van een opmerkelijke Thora geleerde, een ander voelt de plicht om arts te worden en een derde voelt de plicht om als vrijwilliger dagelijks in een buurthuis kansarme kinderen te ondersteunen. Je zou je kunnen afvragen wiens bijdrage nu groter is ……. Niemand zal dit ooit weten. Iedereen heeft zijn eigen gevecht te leveren tussen het goede en het kwade. Ik weet niet waar jouw strijd ligt en hoe goed of slecht je deze strijd aan het voeren bent.
 
Wat een persoon heeft, doet er veel minder toe. Het gaat er meer om wat een persoon is.
De boodschap van de Mishna is om te voorkomen dat mensen zich met elkaar vergelijken. Als je mensen vergelijkt met elkaar, zal je je primair richten op de vraag wie meer geld heeft of wie meer kennis bezit. Maar als je je zich continu realiseert dat elk persoon uniek is in het uitvoeren van zijn eigen rol in deze wereld en dat niemand in competitie is met iemand anders, dan hoef je niet meer te vergelijken. Er hoeft geen scheiding te zijn door rijkdom of kennis, want iedereen is in staat om gelukkig te zijn met zijn eigen bestemming. De sleutel tot nederigheid is dan ook bescheidenheid.
De bescheiden persoon vergelijkt zichzelf niet met andere mensen. Want niemand kan weten hoe en op welke gebied andere personen hun taak vervullen.
 
De nederige en bescheiden persoon meet zichzelf slechts aan 1 persoon. Aan zichzelf.
Ieder mens heeft dus de plicht om het leven voor 100% te leven. Om te leren wat je kan leren, om te bereiken wat je kan bereiken. Als je aan het einde van de rit, na 120 jaar, terugdenkt aan alle voorbije jaren en je hebt inderdaad geleerd wat je kon leren en je hebt bereikt wat je kon bereiken, slechts dan is er tevredenheid. Dan is er geen Jaloezie meer nodig over wat een buurman heeft maar dan is er voornamelijk trots op wat je zelf hebt bereikt.
 
Tot slot wilde ik graag van de gelegenheid gebruik maken om Sandra Blankstein van harte feliciteren met haar verjaardag. Sandra, van harte mazzeltov met jouw verjaardag en ik denk dat ik namens iedereen spreek als ik de wens uitspreek dat je nog heel lang in alle gezondheid binnen onze Kehilla maar ook binnen Masorti Nederland en Masorti  die vooraanstaande rol kan blijven spelen zoals je dat tot nu toe altijd hebt gedaan. Omijn.
 
Ik hoop u allemaal a.s. woensdag avond om 19.30 te zien tijdens onze zoom ontmoeting met de Kehilla. Gewoon weer eens even om te kijken hoe het met iedereen gaat.
 
En voor iedereen geldt: Blijf gezond en let een beetje op elkaar.
 
Sjabath Sjalom.
 
Alex Waterman

Overlijden Mieke Steendam

Een vriendin heeft deze wereld op 69 jarige leeftijd verlaten. Mieke Steendam, Mirjam bat Rachel. De dood lijkt zo verschrikkelijk oneerlijk. Je hebt ook alle recht om boos te zijn. Boos op het, in onze ogen, zo oneerlijke van de dood. Iedereen weet dat de dood bij het leven hoort, maar als iemand wordt weggenomen waar je veel van houdt, dan pas realiseren wij ons hoe wreed de dood eigenlijk is. Je wilt het niet geloven, je hoopt tegen beter weten in dat het een boze droom is. Tegelijkertijd weet je dat je de dood moet accepteren en respecteren. Hoe moeilijk het ook is.
Met name voor Klaas de kinderen en overige familie is het een pijnlijk gemis. Wij wensen hen veel sterkte om dit verlies te dragen. Trots en met een goed gevoel terugkijken op wat geweest is en met maar 1 opdracht: verdergaan.
 
Het verlaten van deze wereld betekent eigenlijk dat je een andere wereld binnengaat. Tenminste als je kijkt van uit de visie van de mens. Als je het beziet vanuit de visie van G’d dan is er sprake van 1 grote wereld. Alleen voor ons mensen is er sprake van een grens tussen beide werelden. Wij kunnen absoluut ook niet weten hoe die andere wereld eruit ziet. Het is de vraag waar iedereen al eeuwen het antwoord op probeert te vinden. Maar het kan niet. Net zomin als je iemand die doof wordt geboren kan uitleggen wat mooie muziek is. Of, iemand die blind is geboren kunt uitleggen hoe mooi de kleuren er uit zien. We weten zeker dat het er is alleen we kunnen niet zeggen hoe het er dan uit ziet. Wat we wel weten is dat het er eeuwig vrede is. En zo heeft Mieke nu ook haar Sholom. En laat ons in ieder geval troost putten dat zij in die voor ons onbekende wereld al haar beminden weer terug zal zien die voor haar deze wereld hebben betreden. Wees gesterkt door ons rotsvaste vertrouwen in deze hereniging.
 
In 2006 hebben Klaas en Mieke zich aangesloten bij onze conservative Masorti kehilla Almere/Weesp. Zij vonden binnen onze kehilla de Joodse warmte waarnaar ze zo op zoek zijn geweest. En binnen onze kehilla, in onze mooie sjoel in Weesp zijn zij onder onze Choepah getrouwd. Warmte die het gezin ook altijd heeft kunnen geven aan kinderen die opvang nodig hadden. Hun deur stond daar altijd voor open en daar kunnen wij alleen maar heel veel respect voor geven. 
 
Mirjam bat Rachel. Ze heeft nu de eeuwige rust gevonden. Het verdriet dat een ieder om dit heengaan ondervinden, zal na verloop van tijd veranderen in een gevoel van dankbaarheid. Dankbaarheid om alle liefde en zorg die Mieke tijdens haar leven aan al haar beminden heeft gegeven en dankbaar omdat wij jou hebben mogen leren kennen.
 
Rabbi Moshe ben Maimon ook bekend als Maimonides heeft ooit in zijn Misjnee Torah 13 korte geloofsartikelen geschreven. Dit zijn de 13 vaste ankerpunten binnen ons Jodendom. En de laatste van deze 13 rotsvaste ankerpunten in ons bestaan luidt : “Ooit zullen de doden opstaan” En dat nu juist geeft ons houvast voor de toekomst.
 
“Tehi nisjmata tseroera bitsror hachajiem” – Moge haar ziel gebonden worden in de bundel van het eeuwige leven. Ameen.
 
Alex Waterman
9 februari 2020 / 14 Sjewat 5780

Toledot 2020

Toledot betekent ‘verwekking’ of ‘het voortgebrachte’ en de parasha van deze week gaat iets dieper in op de geboorte van Ja’akov en Esav. Deze 2 broers vochten elkaar in de baarmoeder als het ware al de tent uit over wie nu als eerste geboren moet gaan worden. Dat was natuurlijk in die tijd wel belangrijk. Er werd gezegd: “De oudere zal de bediende van de jongere zijn”. De oudste zoon was in de oude cultuur van Jisraeel verantwoordelijk voor het voortduren van het geestelijke erfgoed. Dit erfgoed bestond uit het bewaken van de beloften die door Hasjeem gemaakt waren. Het dragen van deze verantwoordelijkheid was niet de meest makkelijke verantwoordelijkheid, en het vroeg daarom een zuiver karakter (van de oudste zoon).
 
Ja’akov en Esau een tweeling die wel erg veel verschilden. Esau de Jager en rebelse en ook de slechte van de twee terwijl Ja’akov veel rustiger en introverter was en zich veel meer conformeerde aan de regels en tradities en dus de goede van de twee. Je zou ook kunnen zeggen dat deze tweeling beide iets apart vertegenwoordigde wat in een mens zit opgesloten. We hebben allemaal het goede (Ja’akov) in ons maar ook het slechte (Esav) in ons. Het is aan ons zelf om te bepalen en te sturen welke van de twee de overhand krijgt. En daarnaast lag het in Esavs karakter opgesloten om aan de buitenkant de hele andere kant te tonen. Als het ware een wolf in schaapskleren. Dusdanige schaapskleren dat zijn vader Jischak hem zou willen zegenen. Terwijl zijn moeder Rivka veel meer de echte Esav te zien kreeg en dus graag zou willen dat Jitschak juist Ja’akov zou moeten zegenen. En dat was wel belangrijk want degene die gezegend zou worden zou mede stamvader worden van het Joodse volk. Uiteindelijk heeft Rivka het voor elkaar gekregen dat Jitschak toch Ja’akov heeft gezegend en niet Esav. Daardoor is Ja‘akov dus de derde stamvader geworden. En dat merk je natuurlijk ook omdat de eerste zin van onze zegening (Misjeberach) niet is: Mi sjeberach awoteinoe Awraham, Jitschak weEsav maar weJa’akov.
 
Maar eigenlijk gaat Toledot ook over generaties en tradities en dat loopt natuurlijk wel erg parallel aan waar Masorti voor staat. Masorti staat namelijk ook voor traditie. Het overdragen van de tradities aan de volgende generatie is zo ongelooflijk belangrijk. Het is 1 van de pijlers waarop het Jodendom is gebouwd. Naast uiteraard het overdragen van kennis aan onze volgende generatie.
 
En naast het overdragen van tradities en kennis aan onze volgende generatie hebben we ook een kloof te overbruggen met de generaties na ons. De zgn. generatiekloof. Dat die bestaat en aanwezig is merken we met name in deze corona tijd. Een tijd waarin we met allerlei beperkingen te maken hebben en waarin we steeds meer op ons zelf zijn aangewezen. Die generatiekloof is trouwens van alle tijden. Onze ouders spraken in de eind zestiger en begin zeventiger jaren ook niet erg lovend over de vrijheden die wij in onze pubertijd aan het verwerven waren. We sliepen op de dam in Amsterdam, we hadden de nozems en de provo’s, de maagdenhuis bezetting, de jongens lieten hun haren groeien en ongemeen felle krakersrellen in Amsterdam
 
En ook nu zie je de jongere generatie zich afzetten tegen de oudere generatie. Of het nu gaat om het dragen van mondkapjes, het geven van illegale feesten, het niet willen luisteren naar de overheid, het afzetten tegen de politie. De onderwerpen verschillen maar het resultaat is hetzelfde.
 
We moeten er voor waken dat we niet teveel van elkaar vervreemden. Wij, als oudere generaties moeten beseffen dat de generaties na ons verder moeten kunnen bouwen op hun manier. En zij, als jongere generaties, moeten beseffen dat wij degene zijn die de grondslag hebben gelegd voor de welvaart waarvan zij ook profiteren en op kunnen verder bouwen. Corona is slechts een obstakel die ons even een pas op de plaats laat maken. In het licht van de eeuwigheid slechts een heel klein pasje. We hebben ook na deze Corona crisis, nog vele passen te gaan. Met zijn allen …… zij aan zij.
 
Ik wens iedereen Sjabbat Sjalom.
 
Blijf gezond.
 
Alex Waterman
21 november 2020

Yom Kippur 2020

We leven echt in een heel vreemde tijd. Niet alleen worden er heel veel mensen ziek en sterven ook aan een virus die we tot op heden niet onder controle hebben maar ook omdat we daardoor genoodzaakt zijn om onze sjoeldiensten helaas hebben moeten afzeggen. Gelooft u mij, het bestuur heeft dat met zwaar gemoed moeten doen. Maar wij willen absoluut niet het risico nemen dat er iemand van onze kehilla ziek gaat worden. Het niet doorgaan heeft ook betekent dat er veel mensen veel voorbereidingswerk hebben verricht. Daan en Bert, onze Chazzaniem……Rabijn Josh Weiner, die naar ons toe had zullen komen vanuit Berlijn om de Yom Kippurdienst te leiden…. Sandra Blankstein onze Penningmeester en iemand die enorm veel tijd heeft gestoken in de voorbereiding van Rosj Hasjana en Yom Kippur. Als je mensen noemt loop je altijd het risico dat je mensen vergeet. Bij voorbaat dus mijn excuses aan de mensen die ik vergeten ben.
 
Tijdens Rosj Hasjana spreekt Hasjeem recht en velt Hij een oordeel over de mensheid. Drie boeken worden voor Hem opengeslagen: het boek van de verstokte zondaars, het boek van de ware gelovigen en het boek van hen die noch uitgesproken goed, noch uitgesproken slecht zijn.
 
Degene die volmaakt gelovig wordt bevonden, wordt meteen geregistreerd en verzegeld in het Boek des Levens. Degene die een verstokte zondaar wordt bevonden, wordt meteen geregistreerd en verzegeld in het Boek des Doods. Het oordeel over de overigen wordt opgeschort tot Yom Kippur. Wanneer zij in de tussentijd boete hebben gedaan, worden ze ingeschreven en verzegeld in het Boek des Levens, zo niet – dan worden zij geregistreerd en verzegeld in het Boek des Doods.
 
Vanavond start Yom Kippur met Kol Nidrei ….. “alle geloften”.
En Kol Nidrei zijn de beginwoorden van het gebed dat op de avond van Yom Kippoer, negen dagen na Rosj Hasjana, op de tiende tisjri driemaal wordt opgezegd. In dit gebed verklaart men dat alle onbezonnen beloften die men het komende jaar tot de nieuwe Jom Kippoer tegen zichzelf zal afleggen geen waarde zullen hebben. Men komt in het reine met elkaar en vooral in het reine met Hasjeem. Met name op deze dagen gaat men herdenken. HERdenken. Dus opnieuw denken over wat er is gebeurd de afgelopen tijd.
 
Herdenken, leren, verwerken, alles wat wij doen, doen wij omdat wij ons bewust zijn dat er een toekomst is. Wij herdenken het verleden in het heden juist vanwege die toekomst. De jeugd heeft de toekomst, dat is waar. En in deze tijd ziet met name de jeugd die toekomst geblokkeerd. Ik kan me voorstellen dat zij het zwaar hebben omdat ze bijna geen uitlaatklep hebben, omdat de schooltijd (wat een onbezorgde tijd zou moeten zijn er nu een vol met zorgen is, omdat ze niet begrijpen waarom ze het ene wel en het andere niet mogen doen. Volkomen begrijpelijk. Maar toch moeten wij met z’n allen, zij aan zij, denkend aan en met elkaar, in solidariteit met elkaar, oud en jong er voor zorgen dat we ook deze tijd doorkomen.
 
Yom Kippur, de dag van vergiffenis is één van de meest heilige dagen, zo niet de heiligste dag van ons Joodse kalenderjaar. De dag van verzoening en de dag van vrede.
 
Wij leven hier in een land waar er vrede is. En dan komt bij mij de vraag boven. Kun je nog wel dromen van vrede als je in vrede leeft? Of is dromen van vrede alleen maar mogelijk als je in oorlog leeft? Als je op die vraag (is dromen van vrede alleen mogelijk als het oorlog is) ja zegt, dan is er iets vreemds aan de hand. Want dan zeg je eigenlijk ook dat het woord “vrede” alleen maar bestaat als er oorlog is.
 
Het gekke doet zich voor dat in het woordenboek bij vrede staat: “tegenstelling van oorlog”. Maar bij oorlog staat niet “tegenstelling van vrede”.
Vrede is “geen oorlog”, maar oorlog is niet hetzelfde als geen vrede. Vreemd! Of zou het juist bewust zo opgeschreven zijn in de dikke boeken, om ons allemaal steeds opnieuw een opdracht mee te geven. Volgens mij is die opdracht dan de volgende: als je in vrede leeft en woont dan moet je er altijd voor blijven vechten om de vrede te behouden. Dat is een ander gevecht dan het gevecht in de oorlog. Het is het gevecht in en met jezelf, om keer op keer de ander (buurman, buurvrouw, vriend, vriendin,broer, zus, ouders……) te zien staan en te respecteren.. Keer op keer de ander de ruimte te geven om ook te spelen, te wonen, te werken in of op de plek waar wij ook spelen, wonen en werken.
 
Blijf dromen over vrede, juist in tijden waarin we in vrede leven en deel die droom met anderen. Houdt die droom levend, want alleen op die manier bewaken en bewaren we de vrede voor ons zelf, voor onze vrienden, families, voor onze kinderen en voor onze kleinkinderen.
Daar zijn deze dagen van inkeer en bezinning ook voor bedoeld.
 
Morgenavond klinkt nog eenmaal het lang aangehouden Tekia uit de Sjofar. Dat is om alles af te sluiten en het nieuwe te beginnen. Dan eindigen de 10 dagen van inkeer die met Rosj Hasjana zijn begonnen.
 
Leg verantwoording af aan jezelf en verander jezelf. Start daarmee want alleen dan maakt de wereld ook kans om te veranderen. Begin bij jezelf.
Want als wij de wereld willen veranderen dan zullen wij eerst en vooral onszelf moeten veranderen. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat het recht om je met anderen te bemoeien verdiend wordt door de wijze waarop je je eigen leven ‘op orde’ hebt.
 Daarover gaat, volgens mij, Yom Kippoer. Je vraagt aan G’d toestemming en acceptatie om het nog een jaar te proberen. Om de reden waarom je bestaat te ontdekken en er aan te werken dat je de terechte verwachtingen zult kunnen vervullen. Nee, G’d, ik wil niet de wereld verbeteren, alleen mijzelf en dat is al moeilijk genoeg weet iedereen die het al eens probeerde.
Ik wens iedereen een NGMAR GATIMAH TOWAH
Ik hoop dat u allen nog vele jaren in SIMCHE en SJOLEM temidden van al die genen die u lief zijn mogen doorbrengen.
 
Blijf gezond.
Omijn
 
Alex Waterman
Yom Kippur 9 Tisjri 5781 / 27 september 2020

Emor 2020

Sidra Emor, dat we morgen gaan lezen, geeft een nauwkeurige omschrijving van de beperkingen waar de kohaniem zich aan moesten houden, evenals de beperkingen met betrekking tot de offers die konden worden gebracht.  Vervolgens worden de voorschriften van Sjabbat, het tellen van de Omer, en alle feestdagen van het jaar beschreven. Het constant brandende licht (in de Menora) en het toonbrood van het Misjkan worden beschreven en de sidra sluit af met de wetten met betrekking tot godslastering.
 
Dat even in vogelvlucht wat we morgen gaan lezen . En wat ook heel belangrijk is voor ons hele “zijn”,  dat is een heel klein zinnetje in het midden van deze Sidra staat. Een klein zinnetje dat zegt: ”Jullie zullen Mijn heilige naam niet ontwijden, maar ik zal geheiligd worden te midden van de Israëlieten.”.   Het ontwijden van de naam van Hasjeem wordt in de Talmoed uitgelegd met het feit dat men eerder bereid moet zijn het eigen leven op te geven dan zijn wetten te ontkennen, bijvoorbeeld wanneer men wordt gedwongen tot meedoen aan afgodendienst of om jezelf als Jood te verloochenen. In dat kader wordt deze zin zelfs aangehaald en gebruikt voor de zes miljoen slachtoffers van de Sjoa, die simpelweg werden vermoord, enkel en alleen omdat zij Joden waren en omdat zij hun Jood zijn niet wensten te verloochenen zoals er staat geschreven.
 
Afgelopen maandag was het 4 mei. De dag van de herdenking van alle slachtoffers van de tweede wereld oorlog.  Ik was zelf door de omstandigheden net als alle anderen thuis. Denkend aan de talloze keren dat ik van jongs af aan, aan de hand van mijn moeder, werd meegenomen naar de Hollandse schouwburg. Dat was de plaats van waar mijn familie en vele andere Joodse families naar Westerbrok werd afgevoerd. De plaats vanwaar mijn vader en moeder voor het allerlaatst een groot deel van hun broers en zusters, neven en nichten oud en jong hebben gezien. En een plaats vanwaar zij afscheid hebben genomen van hun ouders. Dat herdenk ik op 4 mei. En ik herdenk ook de meer dan 100.000 Nederlandse Joden die zijn weggevoerd en nooit meer zijn teruggekomen. Daar denk ik aan. Ik denk aan de vrijhaven die ons na die verschrikkelijke jaren is geboden in de vorm van Eretz Jisraeel. En ik denk dat het ons tot op de dag van vandaag nog steeds niet is gegund. En ik denk aan het fenomeen dat er onder het mom van anti-zionisme nog steeds de verschrikkelijke antisemitische geluiden hoorbaar zijn.
 
Zijne koninklijke hoogheid Koning Willem Alexander spraak op de dam en ik citeer ”Oorlog werkt generaties lang door. Nu, 75 jaar na onze bevrijding, zit de oorlog nog steeds in ons. Het minste wat we kunnen doen is: niet wegkijken.”
Ongeveer 30 meter van hem af stond (met ambtsketting om) burgemeester Femke Halsema. Wat zou zij bij die woorden denken? Denkend aan al die keren dat Michael Jacobs een appel op haar heeft gedaan om de demonstratie van Simon Vrouw op de Dam met een heel duidelijk (in anti-zionisme verpakte) demonstratie met een antisemtisch kenmerk te verbieden. Maar helaas, ondanks dat antisemitisme nadrukkelijk wordt verboden in 137 van het Wetboek van Strafrecht, vindt zij nog steeds dat het recht op demonstratie (artikel 9 in onze grondwet) moet prevaleren. Zelfs als hieruit een strafbaar feit volgt. En dat kan nooit de bedoeling zijn geweest van de wetgever. Daarmee kijkt zij dus eigenlijk weg van het latent aanwezige antisemitisme. Misschien dat zij nog maar eens heel diep moet nadenken wat er kan gebeuren als zij blijft wegkijken. Ik hoop niet dat haar reactie zal zijn “Ich habe es nicht gewusst”……….
 
Vrijheid is een groot goed. En ik ben heel blij dat wij nu in vrijheid kunnen leven. Ondanks het feit dat die vrijheid op dit moment voor een gedeelte wordt beperkt. Maar dat is een tijdelijke beperking in het belang van ons allemaal en niet in het belang van een onderdrukker. Vrijheid is niet vanzelfsprekend.
Vrijheid is een werkwoord. Er blijft voor ons allemaal dus werk aan de winkel.
 
Afgelopen 4 mei werd in de nieuwe kerk door Rabbijn Sebag een Jizkor uitgesproken. Wat mij opviel was dat dit niet het Jizkor gebed was voor de slachtoffers van de Sjoa.
Ik wil wel graag de Nederlandse vertaling van het Jizkor gebed voor de slachtoffers van de Sjoa opzeggen.
 
God, Hoogverhevene, vol van liefde, geef rust en harmonie, door uw beschermende aanwezigheid te midden van de zielen van de heiligen en zuiveren, die als lichten in de duisternis stralen, aan de zielen van de zes miljoen Joden, slachtoffers van de Sjoa, mannen en vrouwen, jongens en meisjes. Allen waren zij heilig en zuiver. Onder hen bevonden zich grote geleerden en rechtvaardigen. Zij werden vermoord, verbrand en om het leven gebracht als martelaren door de Duitse beulen en hun trawanten van andere nationaliteiten in Auschwitz, Bergen Belsen, Dachau, Majdanek, Mauthausen, Sobibor, Theresienstadt, Treblinka en de andere vernietigingskampen in de Europese diaspora. De hele gemeenschap bidt voor hun zielenrust. Moge hun zielen opgenomen zijn in de bundel van het eeuwige leven, in Uw beschermende aanwezigheid, samen met de zielen van onze voorouders en alle rechtvaardigen, die de eeuwige rust genieten en mogen wij altijd in liefde met hun verbonden blijven. Omijn.
 
Ik wens u allen een Sjabbat sjalom in vrijheid.
 
Pas een beetje op elkaar

Naso 2020

Morgen lezen we Parashat Naso.
 
De parsje in vogelvlucht vertelt het verhaal van:
 
– Volkstelling van Gersonieten, Merarieten en Kehatieten die dienen in de ontmoetingstent.
– Rituele onreinheid door tza’arat (een soort Bijbelse lepra), zav (genitale emissies) en toemat met (rituele onreinheid door de dood).
– Het Sota ritueel van de vrouw die van overspel wordt verdacht.
– De Nazir: de man of vrouw die zich toewijdt aan een ascetisch leven zonder wijn en zonder het haar te knippen.
– De Priesterzegen (Birkat Kohaniem).
– Het opzetten van het tabernakel en de twaalf stamleiders die hun vrijwillige offers komen brengen.
– Mosjé spreekt met de G’d in de ontmoetingstent.
 
Het vreemde van een aantal van deze elementen is dat ze niet bewezen behoeven te worden. Een verdenking is al voldoende om het vervolg in gang te zetten. Zo is een verdenking van overspel van de vrouw al voldoende om het sota ritueel in gang te zetten. Van gelijkheid van rechten had men in die tijd nog helemaal niet gehoord dus overspel van mannen kon nooit voorkomen. Hoewel overspel dus niet zeker is, betekent het woord sota: ‘afwijkend’. Dat betekent dus dat de vrouw zich niet normaal gedraagt en afwijkt van de vertrouwensrelatie tussen man en vrouw. Daardoor gaat haar man aan haar twijfelen. Die twijfel is dus een vermoeden van ontucht. Het zijn géén feiten maar slechts verdenkingen.
 
Maar er staat ook geschreven dat een man zich sympathiek en vergevingsgezind moet opstellen tegenover zijn vrouw. In de talmoed staat: “Een man mag zijn vrouw niet bang maken. Wanneer een man een te sterk stempel op het huishouden drukt, bestaat de kans dat zijn vrouw het rechte pad verlaat.
 
Dat lijkt natuurlijk met elkaar in tegenspraak. Aan de ene kant mag je met een vermoeden al actie ondernemen en aan de andere kant moet je jezelf wel vergevingsgezind opstellen en dus niet gelijk actie ondernemen.
 
Persoonlijk denk ik dat het onschuldig zijn totdat de schuld is bewezen nog altijd het beste is in een democratie waarin wij leven.
Maar laten we eerlijk zijn…..als ik dit zo zeg dan zal iedereen het er mee eens zijn. Ik kan me echt niet voorstellen dat er mensen zijn die het hier mee oneens kunnen zijn. En toch zijn er heel veel mensen die dit principe zo nu en dan aan hun laars lappen. In dat geval is het prediken van iets, iets heel anders dan de actie die wij nemen.
 
Als voorbeeld kan ik bijvoorbeeld de #metoo acties die in het recente verleden hebben plaatsgevonden. Iemand beschuldigde iemand…..de media namen het over en de persoon in kwestie was al door heel veel mensen schuldig bevonden voordat een rechter zich erover heeft kunnen buigen. En natuurlijk vind ik ook dat de #metoo affaires aan het licht moesten komen en dat de daders gestraft moesten en moeten worden. Laat daar geen misverstand over bestaan. Ik vind alleen wel dat men zeer terughoudend moet zijn met het uiten van beschuldigingen.
 
Tot slot wil ik nog even (uiteraard) onze Corona maatschappij benoemen. Gelukkig gaat alles heel langzaam weer een beetje genormaliseerd worden. Terrasjes gaan weer open, Restaurants kunnen weer voor een gedeelte open gaan, scholen gaan weer open, het aantal mensen dat in ziekenhuizen en met name op de IC’s ligt is gelukkig gedaald. Maar laten we met zijn allen wel verstandig blijven. Laten we de drukte vermijden. Is het niet alleen om ons zelf niet ziek te maken dan is het wel om anderen niet ziek te maken.
 
Ik verwijs tot slot nog even naar onze virtuele bijeenkomst via zoom van 17 juni a.s. om half 8 ’s avonds. De zoom meeting is via een extra beveiligd kanaal van Masorti Olami. Dus ik kan alleen maar zeggen dat het veilig is om deel te nemen. Bel in……….gewoon om elkaar weer even te zien en te spreken. Zien en horen hoe het met elkaar gaat. Soms hebben we allemaal even een luisterend oor nodig.
 
Ik wens iedereen een Sjabbat Sjalom.
 
Blijf gezond en let een beetje op elkaar.
 
Omein

Sjemini 2020

Deze week lezen we Parashat Shemini.

Shemini betekend “de achtste”. Het verwijst naar de eerste Nissan…… de dag waarop het Misjkan was gevestigd. Hier waren zeven dagen van inwijding aan voorafgegaan. In deze periode onderwees Mosje Aharon en zijn zonen  de orde van de offerdienst. Hierbij treft Hasjeem de 2 zonen van Aharon (Nadav en Avihoe) omdat zij (zoals staat geschreven) vreemd vuur brengen. Daarmee wordt natuurlijk bedoeld omdat zij alleen te werk gingen zonder daarbij het belang van iedereen te behartigen. Zonder eerst Mosje te raadplegen voordat zij te werk gingen.

Mosjé troost Aharon, die in stilte treurt. Mosjé geeft verder de Kohaniem instructies hoe zij zich moeten gedragen tijdens hun rouw¬periode, en waarschuwt hen dat zij geen sterke drank mogen drinken voordat zij in het Misjkan dienst gaan doen. Ook wordt het kasjroet behandeld in deze parasha.
Zo wordt verteld welke land dieren (herkauwers en gespleten hoeven), zee dieren (vinnen en schubben) lucht dieren (geen roofvogels) en zelfs ook een viertal soorten sprinkhanen kosher zijn. En tot slot wordt het Joodse volk opgedragen zich af te scheiden en heilig te zijn – zoals Hasjeem zelf heilig is.
Hier lezen wij dus dat wij anders zijn. Anders. Niet beter…… niet slechter …….. maar gewoon anders. Uitverkoren anders…….Ziehier 1 van de ontstaans redenen van het feit dat wij joden het uitverkoren volk zijn. Ik heb mensen vaak horen verzuchten: “kunnen we de komende 1000 jaar niet een ander volk nemen als uitverkoren volk?”

Want anders zijn dat mag natuurlijk niet. Er zijn er zat die ons daarom vervolgden. Ook in deze tijd van de Corona pandemie hoor je sommige mensen zeggen dat wij Joden natuurlijk het virus in de wereld hebben gebracht…..
waarom?
Omdat wij dan zouden kunnen verdienen aan het vinden van een vaccin. En er zijn zelfs individuen die durven te stellen dat het vaccin al lang aanwezig is in Israel maar dat het bewust wordt achtergehouden. Een volstrekt abjecte gedachte natuurlijk. Maar dit soort complot theorieën zijn natuurlijk ook het gevolg van het feit dat wij joden anders zijn. En dat anders zijn is dan weer een voedingsbodem voor jaloezie. Door de eeuwen heen zijn wij natuurlijk gewend geraakt aan deze uitverkorenheid…..alhoewel…..het went nooit.

Als je in deze wereld anders bent zul je ook anders worden behandeld. Dat is eigenlijk een algemeen geaccepteerd addagium. Totdat het jezelf betreft of jouw naasten. Dan is het namelijk niet meer zo begrijpelijk om anders dan anderen behandeld te worden.  Helemaal vandaag de dag als de wereld zo langzamerhand geregeerd wordt door de angst voor Coronabesmetting. En dan zie je ook dat landen op het punt van de pandemie schouder aan schouder kunnen staan. Landen kunnen heel even hun onderlinge strijd  neerleggen. Samen vechtend tegen deze onzichtbare maar oh zo gevaarlijke tegenstander. De wereld kijkt dan ook ineens met andere ogen naar Israel. De BDS organisatie heeft aangegeven in dit geval een uitzondering te willen maken en het vaccin ontwikkeld en gemaakt in Israel wel te willen aanschaffen en gebruiken. Dan zijn wij Joden even niet meer anders……….
Maar ik heb nieuws voor deze BDS organisatie. Wij joden blijven ook anders. Da’s onze opdracht van Hasjeem. Dat kunnen we deze week tenslotte lezen in Shemini.

Ik wens iedereen Sjabbat Sjalom.
Blijf gezond en pas een beetje op elkaar

Tsav 2020

In de parasha van de week, Tsav, (afgeleid van het werkwoord Tsawah, regels opstellen) zo vlak voor Pesach, gaat het over de instelling van de offerdiensten, waarbij Aharon en zijn zonen door Hasjeem worden uitgenodigd om verscheidene offers, zoals het hersteloffer; het reinigingsoffer en het graanoffer samen met Hem te eten. En ik wilde het vandaag speciaal hebben over offers.
Het begrip offer zelf is niet verouderd. Het is een nog steeds bestaand woord.  Het afstaan van iets dierbaars of het aanbieden van iets kostbaars voor een goed doel in plaats van het eigenbelang heeft nog alle actualiteit.
 
Binnen kort is het dus pesach. Daarin herdenken wij de uittocht vanuit Egypte. De verlossing van het juk van de slavernij. Dat ging niet zomaar. Niet zonder slag of stoot. Mosje ging naar de Farao en vroeg om de vrijheid van zijn volk. Dat was hem opgedragen door Hasjeem. Omdat de Farao niet wilde luisteren werden hij en zijn volk getroffen door 10 plagen.
 
Bij de eerste plaag veranderde de rivier de Nijl in bloed zodat de Egyptenaren zeven dagen niets konden drinken.
De tweede plaag was de plaag met de massa’s kikkers uit de Nijl die overal rondsprongen.
De derde plaag was die van de kleine diertjes, zoals muggen en luizen die de mensen en dieren beten.
De vierde plaag was van de wilde dieren die alles verscheurden.
De vijfde plaag was de pest waarbij alle dieren van de Egyptenaren doodgingen terwijl de dieren van de Joden bleven leven.
De zesde plaag was huiduitslag.
De zevende plaag was hagel dat het land teisterde
Bij de achtste plaag kwamen sprinkhanen en die aten de hele oogst op. De negende plaag was totale duisternis. Men kon niets zien. Alleen bij de Joden was het licht.
Na de negende plaag moesten de Joden een lammetje kopen en het bloed van het lammetje uitstrijken aan de zijkanten en bovenkant van de huisdeuren.
En als laatste en tiende plaag werden alle oudste jongens van de Egyptenaren gedood. De joodse jongetjes werden gespaard omdat daar het bloed van het lammetje aan de deurpost zat. Het zogenaamde pesachoffer.
 
Hier komt weer het woord offer om de hoek kijken.
 
En de parallel die te trekken is is dat ook wij dus een offer (binnen blijven)  moeten brengen alvorens wij onze vrijheid weer kunnen terugkrijgen.
In deze tijd brengen wij allemaal een heel groot offer. Wij geven voor een gedeelte onze vrijheid op. Voor ons als mens is het een enorme opoffering om niet meer te kunnen gaan en staan waar wij willen. Om ons zelf binnen op te sluiten om uiteindelijk te voorkomen dat onze dierbaren ziek worden. En misschien nog erger dan dat. En wij doen dat uit de volle overtuiging dat wat wij doen nut heeft.
 
Destijds waren er 10 plagen nodig om de Farao te kunnen overtuigen om ons vrij te laten. Ik hoop oprecht dat wij met deze plaag……..deze pandemie ons gewoon aan de regels houden. Alleen dan zullen wij onze vrijheid herwinnen
En laten we hopen met zo min mogelijk slachtoffers.
 
Laten we denken aan elkaar. Aan alle medewerkers in de zorg die zo keihard hun best doen om er te zijn voor ons.
 
Ik kan alleen maar de Italiaanse premier herhalen. Die zei: “door nu afstand te bewaren van elkaar kunnen we ervoor zorgen dat we elkaar binnenkort weer kunnen omhelzen”. Mooi gezegd toch?
 
Ik wens u allen Sjabbat Sjalom en een koshere pesach. We kunnen helaas dit jaar de seideravond niet met velen bij elkaar vieren. Alleen in gezinsverband. We denken daarbij wel aan elkaar en laten we hopen dat volgend jaar de seider weer op de normale manier gevierd kan worden. Zoals we altijd zeggen met Pesach: Lesjana haba b’Jerusjalajim.
 
Blijf gezond en pas een beetje op elkaar.
 
Omein.